#1
Categorie: Zintuigen
Feit: Uilen hebben vrijwel geen beter gezichtsvermogen dan mensen
Achtergrond:
Het lijkt vaak te worden aangenomen dat uilen een fabuleus gezichtsvermogen hebben. Dat is niet geheel correct.
Het is eveneens niet geheel incorrect - maar ga maar na: er kunnen maar een beperkt aantal staafjes en kegeltjes in zo'n oog worden geperst, en we zitten redelijk aan onze max. Dus hebben uilen absoluut zoveel grotere ogen? Dat valt ook wel mee.
Dus daarmee is het afgedaan? Nee. Natuurlijk niet. Werkelijk waar.. Goedgoed, de eerste vraag, het is nog wat inkomen.
Het is de vraag wat je met de ruimte in je oog doet. Uilen hebben vooral veel staafjes, en vrij weinig kegeltjes. Kegeltjes zijn voor kleur; staafjes zorgen ervoor dat je bij weinig licht nog wat kan zien.
We hebben ons dus anders gespecialiseerd. Zolang er mooi veel licht is, zoals overdag, dan hebben wij mensen een veel beter gezichtsvermogen dan uilen. Scherper met betrekking tot de grenzen van objecten; en gevoeliger met betrekking tot hoeveel licht ergens op schijnt. Dus dan zijn we beter dan uilen - werkelijk heel veel beter. En als het wat schemert blijven we nog vrij lang onze tong uitsteken naar die flapperbeesten. Daarentegen bakken we er 's nachts niets van.
Uilen zijn wat consistenter [zie het grafiekje hieronder]. De Amerikaanse Oehoe (Great Horned Owl) is overdag vrij matig en wanneer de hoeveelheid licht afneemt (negatieve waarde bij log luminance) dan neemt hun gezichtsvermogen af - maar duidelijk minder dan wij mensen: wij storten in het grafiekje al helemaal neer.
Nog vele malen consistener is de kerkuil (barn owl). Ongeacht de hoeveelheid licht (luminance) ziet die ongeveer evenveel. De grafiek is alleen over scherpte, maar het artikel meldt dat contrast een equivalente grafiek oplevert. De kerkuil ziet altijd ongeveer even goed als wij mensen zien wanneer het schemert. Dus dat is niet best, en dat is niet heel scherp. Maar 's nachts is het goed genoeg.
(http://www.journalofvision.org/content/12/13/4/F4.medium.gif) uit Orlowski, J., Harmening, W., & Wagner, H. (2012). Night vision in barn owls: Visual acuity and contrast sensitivity under dark adaptation. Journal of vision, 12(13).
Doordat kerkuilen zo uitzonderlijk consistent zijn doet zich een opmerkelijk fenomeen voor. Wij mensen weten vrij goed wanneer het dag en nacht is. Dingen klinken, ruiken, smaken en voelen nog hetzelfde - maar 's nachts is het donker. Duidelijk. Ons ritme wordt constant gecorrigeerd door de hoeveelheid licht. Kerkuilen hebben dit vrijwel niet, en zijn voor een goed deel afhankelijk van hun interne klokje om te weten hoe laat het is. En of het dus bijvoorbeeld tijd is om te gaan jagen.
Wanneer een kerkuil over verschillende tijdzone's wordt getransporteerd heeft het zodoende substantieele aanpassingsproblemen. Het ziet nog steeds even slecht, en heeft geen idee dat het overdag is - dus dat jagen momenteel vrij inefficient gaat zijn. De beesten zijn niet geheel dom, dus ze passen zich uiteindelijk wel aan - maar daar kunnen weken overheen gaan.
In vroeger tijden zijn soortgelijke methoden gebruikt voor het trainen van uilen. Ze werden gehouden in geheel verduisterde ruimtes voor lange tijd, totdat de uilen geen idee meer hadden van de tijd. Het beest bakte spontaan niets meer van jagen (want de prooi zag ze al van verre aankomen), werd hongerig, en de trainer had wel voedsel. In no-time werd de vogel geconditioneerd op de combinatie trainer=voedsel, en men had een volgzame vogel.
Zodoende.
Exact!
Bij deze de laatste die feitelijk al bekend was ;)
#4
Categorie: Fauna
Feit: Kamelen zijn ontstaan in Noord-Amerika.
Achtergrond:
Net als paarden overigens; maar dat las ik net pas, dus dit gaat alleen over kameelachtigen (Camelidae).
De familiegeschiedenis gaat vrij ver terug, zo'n 40 tot 45 miljoen jaar. Aanvankelijk meer vergelijkbaar, qua grootte, met geiten, benutte de kamelenfamilie de tijd door vele verschijningsvormen uit te proberen. Even om te herinneren hoe lang 40 miljoen jaar is, ter vergelijking: dinosauriërs zijn 65 miljoen jaar uitgestorven. Of, in meer menselijke maten: de laatste gemeenschappelijke voorouder van mensen met gorilla's en chimps is ongeveer 4-5 miljoen jaar geleden. De eerste anatomisch-moderne mensachtigen verschenen ongeveer 0.2 miljoen jaar geleden. Je kan dus een hoop leuks doen in 40 miljoen jaar.
Dat gebeurde dan ook. Zo kwamen er kleine antilopeachtige soorten; soorten met nekken lijkende op moderne giraffen; en enorme wezens, de welbenaamde Titanotylopus, 3.5 meter hoog bij de schouder. Ter vergelijking, dat is bijna tweemaal zo groot als moderne kamelen. Al deze diversiteit bleef echter beperkt tot Noord-Amerika. Tot zo'n 3 (+/- 1) miljoen jaar geleden, toen de soorten zich gingen verspreiden. De landengte bij Panama werd overgestoken naar Zuid-Amerika, waar vervolgens onder andere llama's uit ontstonden.
Daarnaast werd de oversteek naar het geheel van Eurazië gemaakt via Beringstraat. Hoewel dit momenteel een zeedoorgang is, heeft Beringië vaak drooggelegen - en verschaftte zo een doorgang tussen het uiterste Noord-Westen van Amerika en het uiterste Noord-Oosten van Azië.
Kijk. Een plaatje dat ik van wikipedia heb gejat.
(http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/7/75/Camelid_origin_and_migration.png)
Ook de migrerende kamelenfamilieleden bleven drukke baasjes - en verspreidde zich al snel op hun nieuwe continent. Door hun aanpassingsvermogen waren ze van China tot Noord-Europa. Zo waren ze niet alleen uitermate vaardig om met droogte en hitte tegen te gaan, evenzo bleken het ideale moerasdieren. Hun lange steltigepoten waren ideaal om door toemalige zompige gebieden te waden in Noordoost-Europa en West-Rusland. Hierbij bleven ze overdag uit bereik van eventuele roofdieren, terwijl ze 's nachts de vastere wal op klommen om rustig grassen en bladeren konden verorberen. Dit werkte grandioos, totdat de mens langs kwam, erg bekwaam bleek in het gooien van speren en het schieten van pijlen, en ze uiteindelijk allen uitmoordde. Desalniettemin bleef de legende van grote nachtelijke paardachtige wezens bestaan in deze moerassige gebieden. Vermoed wordt dat deze folklore de directe aanleiding is geweest tot mythische 'nachtmerries'; wat vervolgens in de taal werd opgenomen als zijnde slechte dromen.
Een zelfde verhaal ging op voor de achterblijvende kamelige beesten in Noord-Amerika. Net als vele andere soorten stierf de gehele oorspronkelijke familie zo'n 11.000 jaar geleden. Dit was, zoals jullie je hopelijk nog herinneren, rond het einde van de laatste glaciale periode. Bij glaciale periodes staat wereldwijd het waterniveau tientallen meters lager, dus ook toen er een landbrug bij de Beringstraat. Iets eerder (14.000 jaar geleden +/- 3000 jaar) waren via deze landbrug mensen uit Oost-Azië geëmigreerd - de Cloviscultuur. Of dit de eerste mensen in Noord-Amerika waren, en daarmee de voorlopers van alle indianenvolken, staat nog ter discussie. Het gegeven dat vrijwel alle grote wilde beesten, op bizons na, destijds uitstierven in Noord-Amerika impliceert dat de mens hierin een hand heeft gehad. Daarentegen was het zonder meer een periode van klimaatverandering, aangezien de glacialeperiode eindigde. Waarschijnlijk was het een combinatie van beide factoren - want dat is altijd zo.
#6
Categorie: Flora
Feit: Bananenplanten verplaatsen zich.
Achtergrond:
Je zou ook 'wandelen' kunnen zeggen, maar dan krijg je half betwetend internet op je nek voor, uiteindelijk, een triviaal verschil.
(http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/e/e4/Luxor,_Banana_Island,_Banana_Tree,_Egypt,_Oct_2004.jpg)
Goed, om te beginnen, bananen groeien dus niet aan bomen, maar aan planten: er is namelijk geen houtige kern of stam aanwezig. De planten worden zo'n 5 meter hoog, afhankelijk van soort, wat ze het hoogste vruchtdragende kruid maken ter wereld. Deze vruchten (laten we ze even 'bananen' noemen, want zo heten ze) bevatten bij gecultiveerde planten geen zaden. Wilde bananen bevatten wel zaden, maar vrijwel geen vruchtvlees, zijn korter, dikker, en worden verder niet in dit stukje besproken.
Doordat ze geen zaden in de vrucht hebben moeten de planten zich anders voortplanten. Naast bestaande bananenplanten komen nieuwe scheuten omhoog, die kunnen worden afgesneden en apart worden geplant. Hieruit groeien zeer snel lange bladen omhoog, waarvan de bladstengels een pseudostam vormen (zie eerdere afbeelding). Wanneer deze bestaat komt er door het midden van de pseudostam een bloemstem omhoog
(http://3.bp.blogspot.com/_vmRJz7Sp6ds/SQ1d0OOfPEI/AAAAAAAAC-g/mL8tV3hcfUY/s1600/2+nov,+banana+bracts+and+fruits.jpg)
Hieraan vormen de bananen zich, door welk gewicht hij gaat doorhangen. Als de bananen zijn geplukt sterft hij af. Daarentegen gaat de plant niet dood. Zoals gezegd vormt de plant nieuwe scheuten die naast de plant opkomen, en nieuwe planten kunnen beginnen. Deze komen voort uit de wortelstok (ook rizoom of rhizoma genoemd) die net onder de grond ligt.
Dat is het globale proces van de Opkomst en Ondergang der Bananen. Hoe het specifiek gaat mbt nieuwe generaties verschilt per bron, en is vermoedelijk ook de reden waarom bronnen verschillen in de mate van verschuiving.
Doorgaans als bananen op een plantage worden gecultiveerd mogen een beperkt aantal van de scheuten blijven leven voor nieuwe planten, terwijl de rest vroegtijdig wordt afgesneden. Daarnaast is het mogelijk dat er speciale moederplanten worden gebruikt, puur voor het produceren van nieuwe scheuten. Hierbij wordt het vrij streng gereguleerd hoeveel scheuten waar opkomen. Daarnaast lijkt het gebruikelijk om na een jaar of 5-10 de wortelstok op te graven. Dit is vermoedelijk de reden voor bronnen die zeggen dat bananenplanten maar 40cm tijdens hun leven zich verplaatsen (en tot 15cm per jaar).
Dit strenge reguleren is niet verplicht. Wanneer bananenplanten ongecontroleerd groeien kunnen er daardoor meer scheuten omhoog komen. Daarnaast heeft een bananenplant door het continuë vernieuwingsproces, door nieuwe scheuten, niet automatisch een maximale leeftijd. Wortelstokken kunnen steeds groter worden, tot zo'n 5 meter in doorsnede, zodat bananenplanten meters kunnen 'wandelen'. Vermoedelijk is dit de reden dat sommige bronnen spreken van een, doorgaans ongedefinieerde, afstand van meters. Het lijkt dus dat wandelafstanden meer afhangen van snoeigedrag dan dat het inherent aan de plant is.
Dit veroorzaakt opmerkelijk weinig chaos, ten opzicht van andere planten. De wortelstokken hebben de neiging om richting de zon te groeien. Bananenplanten worden in rijen geplant die, wanneer correct gedaan, allemaal dezelfde kant op kunnen schuifelen. Het lijkt erop dat plantages daarop vooruitziend enkele meters van de plantage open houden voor wandelruimte. Bewijs hierdoor is echter anecdotisch.
Bananen zijn al vele eeuwen gecultiveerd in Zuid-Oost Azië (waar ze oorspronkelijk vandaan komen), en vertonen zodoende eveneens al sinds mensenheugenis wandelend gedrag. Dit gedrag komt voort in meerdere regionale mythen. Zo werd in de Vietnamese Hồng Bàng Dynastie verteld dat de onsterfelijke God van de bergen Sơn Tinh eens de natuurlijke plaats van alle bomen en planten wilde vast stellen. Alle bomen en planten stuurden een afgezant, en elk kreeg een plek toebedeeld die perfect pastte. De bananenplant kwam echter veel te laat doordat die onderweg overal z'n grote trossen vruchten bleef showen. Bij aankomst was de bijeenkomst al lang over, zodat de bananenplant geen eigen plekje kreeg. Daarom zouden bananenplanten voor eeuwig dolen en zich verplaatsen.
Ter Samenvatting: Bananenplanten hebben geen stam, maar een pseudostam bestaande uit bladstelen. Deze sterven na de bloei af. Nieuwe scheuten komen uit dezelfde, ondergrondse, wortelstok omhoog. Doordat nieuwe scheuten op een nieuwe plek omhoog komen, lijkt het alsof bananenplanten zich langzaam verplaatsen. Bronnen verschillen voor totale verplaatsing van 40 cm tot meters; vermoedelijk komt dit doordat in praktijk veel nieuwe scheuten worden gesnoeid, zodat de plaats van de nieuwe plant kan worden gecontroleerd.
#8
Categorie: Geschiedenis
Feit: Een luttel schakelaartje heeft veruit de grootste nucleaire ramp ter wereld voorkomen.
Achtergrond:
Dit gaat natuurlijk in de Koude Oorlog plaatsvinden.
Wereldmachten waren lichtelijk panisch, dus America wilde (in geval van een Nucleaire oorlog) in elk geval terug kunnen meppen. Om dat te bereiken waren er enkele missies die inhielden dat er op elk moment, 24 uur per dag - 365 dagen per jaar, een serie B-52 bommenwerpers in de lucht waren met functionerende nucleaire bommen. En dan gaat het weleens fout. En als het dan fout gaat, kan het ineens heel erg fout gaan.
In januari 1961 bleek tijdens het bijtanken dat een van die bommenwerpers (met twee waterstofbommen aan boord) een brandstoflek had. Dit verergerde snel, het vliegtuig werd onbestuurbaar - en stortte neer vlakbij Goldsboro in North-Carolina. Vijf van de acht inzittenden overleefden de crash met behulp van hun parachutes, drie niet. Dat gebeurd af en toe, is treurig, maar nog geen nationale ramp in zichzelf. Het werkelijke probleem waren de veiligheidsmechanismen, die (gezien hoe belangrijk hun functie was) niet geheel veilig genoeg waren.
Beide bommen hadden 4 veiligheidsmechanismen, maar een daarvan was geactiveerd toen het geheel begon te vallen. Voorts waren twee andere mechanismen onklaar geworden (in elk geval bij een van de twee bommen) toen het vliegtuig uit elkaar begon te vallen tijdens het neerstorten. Hierdoor was deze waterstofbom volledig klaar om te ontploffen, op een luttel schakelaartje na die nog op Safe stond in plaats van Armed. Zulke complexe bommen hebben vaak een eigen parachute, die zich ontvouwd wanneer de bom naar beneden komt, opdat hij niet te hard inslaat en desintegreerd alvorens te kunnen ontploffen. Deze bom werd dan ook netjes aan z'n parachute in een boom in North-Carolina gevonden
(http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/b/b0/Goldsboro_Mk_39_Bomb_1-close-up.jpeg/260px-Goldsboro_Mk_39_Bomb_1-close-up.jpeg)
Van de andere bom is veel minder bekend. Hierbij klapte de parachute niet uit, stond niet geheel aan, en boorde zich meters diep de grond in. De componenten konden nooit goed worden opgegraven, door een overstroming van grondwater. Daarentegen bleek het schakelaartje bij deze bom wel reeds op Armed te staan. Het Amerikaanse leger heeft daarom het grond in de nabije omtrek opgekocht. In de omgeving kwamen desalniettemin een hoop klachten dat het grondwater radioactief was en voor, verder onverklaarbare, medische klachten zou zorgen. Dit trok verdere publiciteit aan - en was de primaire reden dat korte tijd later in stripverhalen meerdere nieuwe characters ontsproten die hun krachten ontleenden aan een radioactieve achtergrond.
Nu ben ik nog aan 1 ding voorbij gegaan, en dat is de grootte van de potentieele ramp. Er is een gangbare schaal om nucleaire rampen te ordenen - een ramp de hoogste categorie is slechts tweemaal voorgekomen: Chernobyl en Fukushima. Respectievelijke 31 en 2 directe doden; naar schatting 4000 en 130 extra doden door kanker; en beide ongeveer 300.000 mensen geëvacueerd.
Goldsboro waren 2 waterstofbommen, en daarmee een geheel andere grootte. Hoe zwaar ze precies waren verschilt per bron, maar waarschijnlijk minimaal 2.5 megaton per stuk. Dat is 250x zoveel als de atoombom die op Hiroshima viel. Andersgezegd was, het een stuk zwaarder dan alle munitie en bommen die in de historie van de mensheid zijn gecombineerd bij elkaar (atoomtests uitgesloten). Gelukkig was Goldsboro dun bevolkt, zodat naar verwachting 'slechts' 60.000 mensen meteen door de ontploffing zouden omkomen (ongeveer iedereen in een straal van 15 kilometer). Grofweg even veel als in Nagasaki. Ah, de vooruitgang van wapens. Als hij op New York City zou zijn gevallen liepen de aantallen in de miljoenen doden.
Daar zou de ramp echter niet ophouden. In veel wijdere omtrek zouden mensen spontane brandwonden krijgen. Daarnaast zouden over duizenden tot tienduizenden vierkante kilometers enorme branden uitbreken. Eveneens zou de fall-out wolk zich over tienduizenden vierkante kilometers verspreiden - en met een beetje pech bijvoorbeeld Washington DC bereiken. Op de lange termijn zouden vele duizenden vroegtuidig overleiden door de straling. En dat is nog buiten beschouwing latende de enorme gevolgen op agricultuur, de gevolgen van nationale paniek, het feit in meerdere staten ineens communicatie en transport vrijwel volledig is weggevaagd wat verdere evacuatie enorm bemoeilijkt..
Ter Samenvatting: Vliegtuig stort neer, aan boord 2 waterstofbommen - elk 250x sterker dan de atoombom op Hiroshima. Een heldhaftig laag-voltage schakelaartje stond een wereldramp in de weg. Dat zou de Koude Oorlog anders hebben doen lopen. Goed plan verder, constant allerlei waterstofbommen boven je eigen land laten cirkelen.
#9
Categorie: Natuurkunde
Feit: Deeltjes kunnen sneller dan de snelheid van licht
Achtergrond:
Zonder dat onze grote vriend Einstein zich in z'n graf omdraait.
Dat niets sneller dan het licht kan wordt vaak gepostuleerd, en het is niet zozeer fout maar onvolledig.
Om te beginnen gaat het altijd om het verzenden van informatie. Als ik met een laser naar de linkerzijde van de maan straal, en met een vliegensvlugge polsbeweging straal ik ineens naar de rechterzijde, ben ik waarschijnlijk sneller dan dat licht van dat ene punt naar het andere punt kan gaan. Maar dat ik eerst iets hier iets straal, en dan daar, is niet een eenduidig iets. Er is niet iets dat van links naar rechts gaat, ja, mijn laserlichtbundel, maar dat zijn allemaal aparte deeltjes. Ik kan daarmee geen informatie overzenden. Preciezer is dus al dat je geen informatie sneller kunt zenden dan het licht.
Om nog preciezer te zijn is de lichtsnelheid variabel. Hoho, zeg je nu - nee volgens die gekke natuurkundigen is alles relatief behalve de lichtsnelheid. Dat is niet zo, alles is relatief behalve de lichtsnelheid in een vacuum (c). Die is 300.000 km per seconde. Licht gaat een stuk sneller als het door iets [: een medium] gaat. Bijvoorbeeld door water gaat licht een kwart langzamer (0.75c). Om precies te zijn moeten we dus zeggen: "informatie [hetgeen 1 deeltje kan zijn] kan niet sneller dan de snelheid van licht in een vacuum".
Maar we kunnen dus een medium bedenken waar licht heel langzaam in gaat? Ja, dit heet "slow light" - in recente jaren is het gelukt om de snelheid van licht in zogenaamde halfgeleiders terug te brengen tot loopsnelheid, zelfs tot stilstand. Dus we kunnen allemaal sneller dan de snelheid van licht, zolang we het licht maar een fikse handicap geven.
Geladen deeltjes kunnen het zonder handicap: in mediums kunnen ze sneller gaan dan het licht door die stoffen gaat.
Bij complexe golven heb je zowel een fase- als een groepssnelheid; hierbij is de fasesnelheid vaak hoger - als in het stuk hieronder deeltjes sneller gaan dan de snelheid van licht in hetzelfde medium gaat het over de fasesnelheid van licht. Aangezien het golven betreft is dit de fase waar de golf zich in begint [bv een top]; de groepssnelheid gaat over een omringende eenheid [:envelop] van de complexe golf.
In onderstaande afbeelding is de rode stip de fasesnelheid, de groene stippen zijn de groepssnelheid.
(http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/b/bd/Wave_group.gif)
Wat je dan krijgt is bijna hetzelfde als wanneer je de de geluidssnelheid breekt (zie onderstaande spoiler). Wat in dat geval gebeurd is dat er drukgolven worden opgebouwd, maar het object sneller gaat dan de drukgolven - dus die breekt er doorheen. Het laat een golffront in de vorm van een kegel achter van de drukgolven die niet sneller dan de snelheid van het geluid (in dat medium) kunnen. Interessant genoeg gaat het object, puur door deze snelle beweging, geluid maken. Het hoeft niet uit zichzelf geluid te maken - de drukgolven door de snelheid zorgen ervoor.
Precies hetzelfde gebeurd er, maar op een veel kleinere schaal, wanneer kleine geladen deeltjes sneller gaan dan de snelheid van licht in dat medium. Behalve dat het nu licht is in plaats van geluid. Dus wederom kan de uitbreidende kegel van licht het deeltje niet bijhouden; en zorgt het deeltje voor licht zonder dat het uit zichzelf licht uitzend. In de praktijk zien wij dit als blauwig licht, en is dit het meest bekend bij kernreactors. Hier zijn heel veel geladen deeltjes, die onder water (een medium) worden gehouden waarin ze sneller dan de snelheid van licht (in dat medium) kunnen. En dus komt er in kernreactors een blauwig licht vanaf de radioactieve stralen (zie wederom onderstaande spoiler). Dit heet Cherkov straling.
Daarnaast wordt verondersteld dat dit de reden is dat austronauten in de ruimte gemiddeld eens per 3 minuten lichtvlekken of lichtflitsen zien. Ongefilterde kosmische straling gaat door hun oog, sneller dan licht kan gaan in hun oog - en veroorzaakt daar een lichtvlek of lichtflits.
Breken door geluidsbarriere:
(http://www.feynmanlectures.caltech.edu/img/FLP_I/f51-02/f51-02_tc.jpg)
Cherkov straling
(http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/f/f2/Advanced_Test_Reactor.jpg/250px-Advanced_Test_Reactor.jpg)
Ter samenvatting: Informatie kan niet sneller dan de snelheid van licht in een vacuum. Licht gaat daarbuiten langzamer (soms zelfs heel langzaam: slow light). Geladen deeltjes kunnen sneller door deze substanties. Dit is het licht-equivament van de geluidsbarriere. Hierbij wordt licht uitgezonden - dit zorgt voor de blauwige gloed in kernreactors, en is vermoedelijk de reden voor lichtflitsen die astronauten ervaren.
10!
Met deze posts zit ik overigens vrij consistent op/rond/net-boven de maximale lengte van 5000 karakters.
Zit te overwegen om de stukjes op scribd te mikken en hier gewoon de feit + nummer + categorie te plaatsen, maar dan een scribd link voor de achtergrond.
Maargoed, moet maar even kijken.
#10
Categorie: Fauna
Feit: Haaien staan niet helemaal bovenaan de voedselketen, maar worden ook gegeten
Achtergrond:
Niet op de flauwe manier dat in feite de mens vrijwel over het toproofdier (in mooi Engels: apex predator) is. En eveneens niet op de manier dat er honderden verschillende soorten haaien bestaan, waarvan de kleinste maar zo'n 20 centimeter wordt en vast door anderen wordt gegeten.
Er zijn daadwerkelijk andere dieren in de zee die haaien eten van het soorten waarbij normaal mensen snel wegzwemmen.
Als men denkt aan pelsrobben, dan zijn dat knuffelige beesten - die eventueel achterna worden gezeten door haaien
(http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/2/2b/Seal_at_%D0%BA%D0%B5%D1%80%D1%83_Cape_Town_Scuba_Diving_.jpg/666px-Seal_at_%D0%BA%D0%B5%D1%80%D1%83_Cape_Town_Scuba_Diving_.jpg) (http://i.telegraph.co.uk/multimedia/archive/02096/jaws_2096308i.jpg)
Wat enigszins mist in dat beeld is dat mannetjes pelsrobben zo'n 2.5 meter lang kunnen worden, 300kg zwaar - en dat kleinere haaien die toevallig in de buurt zijn op moeten passen. Haaien bevatten uitermate voedzame magen en levers; hetgeen ook de reden is dat onderstaande pelsrob in kort tijdsbestek 5 grote blauw haaien (1.5 meter, 40 kg) doodde en deze delen op at.
(https://fbcdn-sphotos-b-a.akamaihd.net/hphotos-ak-prn1/t1/563710_10151299664970138_1800370716_n.jpg)
Hoewel een anderhalve meter grote haai niet iets is om tegen te komen terwijl je lekker je pootjes aan het baden bent, zullen deze je niet opeten. Maar de grotere soorten zullen toch niet worden gegeten? De citroenhaai (2.5meter, 100kg), de beruchte grote witte haai (5 meter, 900 kilo) - of ach, als we dan toch bezig zijn, die grote vriendelijke reuzen de walvishaaien (10 meter, 9000 kilo). Er is toch vast geen dier die het waagt daar op te jagen?
Orka's wel.
Orka's zijn vrij fascinerende dieren waar een kort stukje met geen mogelijkheid recht aan kan doen. Er zijn verschillende soorten orka's, die vrij specifieke prooidieren hebben. Sommigen eten pinguïns, anderen zeeleeuwen - en enkele in gevangenschap hebben zelfs geleerd over te geven, waar vogels op af komen, waarna ze de vogels eten. En sommigen eten dus haaien. Enige tijd geleden was er een video uit Nieuw-Zeeland waarbij een haai zichzelf bij een strand aan laat spoelen om aan een orka te ontkomen. Daarnaast was er al eerder anecdotisch bewijs hoe orka's diepzee Sluimerhaaien opdoken en deze uit elkaar scheurden om slechts de lever op te eten (de rest is oneetbaar).
vanaf 0:50
http://www.youtube.com/watch?v=_7GG83VwhSM
--
We spent 10 hours with them. Or, to be correct, they spent 10 hours with us because they could have left anytime they wanted. They did a show for us: They would go and catch a live shark, bring it to us, release the shark and catch it again in front of us. Eventually, they would take each end of the shark and destroy it. Then, very carefully, they'd take the liver, eat it, and abandoned the rest of the carcass. They would do it again and again and again. They were showing off and eating their choice food.
http://blog.seattlepi.com/candacewhiting/2011/01/27/orcas-and-sharks-just-who-is-hunting-whom/ (http://blog.seattlepi.com/candacewhiting/2011/01/27/orcas-and-sharks-just-who-is-hunting-whom/)
Zo ver ik kon vinden staan ze bovenaan.
Het is mogelijk dat er in enkele gevallen cannibalisme optreed - maar dat is op basis van maaginhoud, waarbij het kan zijn dat het slachtoffer reeds dood was (bv door walvisvaarders).
Daarnaast is er een beperkt gevaar voor jonge orca's, door de grote haaiensoorten.
Maar in praktijk zijn er geen andere zeedieren die volwassen orca's eten. Denk dat daar 2 grote oorzaken voor zijn.
1. Ze zijn enorm.
Orka's zijn slechts iets groter (gemiddeld misschien een meter) dan een grote witte haai, maar ze zijn totaal anders gebouwd (zie spoiler).
Haaien zijn gestroomlijnde vissen, vrij licht gebouwd.
Orka's aan de andere kant zijn dolfijnen, en dus zoogdieren. Dus die hebben onhandige dingen als longen, en zijn warmbloedig. Dus ze hebben een omringende vetlaag van een kleine 10cm dik. Orka's zijn dus meer gewichtsklasse zwaargewicht.
Hoewel ze dus qua lengte weinig verschillen, zijn orka's zo'n vijfmaal zwaarder. Die worden niet zo snel aangevallen.
(http://static.djlmgdigital.com/cct/capecodonline/graphics/misc/shark_anatomy_big.jpg)
(http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/8/88/Orca_internal_anatomy.svg/1024px-Orca_internal_anatomy.svg.png)
2. Ze zwemmen doorgaans in groepen van 2-12 orka's.
Andere roofdieren die theoretisch 1 op 1 een kans maken tegen een orka, zijn alleen. En maken geen schijn van kans tegen een groep.
Zelfs wanneer er meerdere haaien aanwezig zijn (zoals bij de Farallon eilanden) vormen ze geen samenhangende groep.
Dat doen orka's wel, en ze zijn extreem intelligent - dus die kunnen goed als een groep opereren.
Heb even wat weinig tijd - maar deze kan wel tussendoor :)
#11
Categorie: Huis-tuin-en-keuken
Feit: Ciabatta is een heel modern brood
Achtergrond:
Ik ging er eigenlijk vanuit dat iedereen bekend is het met Italiaanse platbrood Ciabatta? Anders mist dit feitje elk doel ;D
Vrij langwerpig, zeer luchtig, plat brood? Wacht, elk feitje is meteen beter wanneer je er een plaatje van wikipedia voor steelt.
(http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/b/b2/Ciabatta_cut.JPG/250px-Ciabatta_cut.JPG)
Ciabatta wordt weleens geacht onlosmakelijk met Italië verbonden te zijn.
Met pizza's, met pasta's, met rijtjes tomaat, mozerella en basilicum, met olijfolie, ondergaande zonnen, wijnen, mooie vrouwen, mooie uit elkaar vallende auto's, met schitterende uit elkaar vallende Romeinse tempels.. enfin, een hoop vergankelijke schoonheid en een hoop geschiedenis.
Maar al die positieve delen van Italië ten spijt, de Fransen hadden iets dat de Italianen niet hadden.
Stokbrood.
Natuurlijk, de Italianen hadden bijvoorbeeld foccacia's - een directe overlevering van de Romeinen die het brood in midden van de oven bakten (wortel van foccacia is focus). Desalniettemin werd een groot deel van het brood dat in Italië voor sandwiches werd gebruikt geïmporteerd als stokbroden uit Frankrijk, waarna het in Italië werd afgebakken.
Dit werd met lede ogen door Italiaanse bakkers aangezien, totdat Arnaldo Cavallari na lang testen een nieuw brood ontwiep, de ciabatta. Het jaar was 1982.
(http://www.yesterdish.com/wp-content/gallery/images-in-posts/dynamic/2013-8-26-arnaldo-cavallari-nggid042235-ngg0dyn-225x0x100-00f0w010c010r110f110r010t010.jpg)
Het brood won snel aan populariteit, en verspreidde zich de wereld over. Je zou kunnen zeggen 'de rest is geschiedenis', zolang je een beperkte visie hebt op het begrip geschiedenis.
Vernieuwend aan het brood is de hoge mate van vloeibaarheid; voor het bakken bestaat het brood meer uit een beslag dan een deeg. Normaal zijn brooddegen vrij vast, zodat je bijvoorbeeld bolvormige broden kunt krijgen. Als je dat met een ciabatta probeert te doen vloeit het weg.
In vroeger tijden was dit niet mogelijk geweest. Het fenomeen van de bakkerij is weliswaar al duizenden jaren oud (zo waren ze er al bij de oude Egyptenaren); de functie is door de jaren veranderd. In de middeleeuwen was het in Europa gewoon dat de bakkerij als publieke oven dienden. Huisvrouwen konden 's ochtends deeg aanleveren, waarna ze het 's middags gebakken op konden halen. Hiervoor is het dus niet handig om een klotsend deeg te hebben.
Deze methode van brood bakken was echter aanleiding tot veelvuldige oplichting door bakkers toen deze ook zelf brood gingen produceren en verkopen. Van het aangeleverde deeg werden stukken afgehaald, waarna de bakker dit zelf kon gebruiken om brood te maken. Hiervoor werd bijvoorbeeld gebruik gemaakt van geheime luiken in de oven waarbij een leerling of jonge jongen de oven in kon om delen van het deeg te stelen.
Om te voorkomen dat ze als oplichters werden gezien kwam het bij bakkers in zwang om een extra brood mee te geven - dit is ook de reden dat een zogenaamd bakkers dozijn bestaat uit 13 in plaats van 12.
De bevolking nam zelf ook maatregelen, en neigde ernaar om de grootte van het aangeleverde beslag af te meten aan het eigen schoeisel. De bijnaam voor zulke aangeleverde broden werd zodoende genoemd naar slippers / sloffen / pantoffels: ciabatta. Door deeg aan te leveren van bijvoorbeeld 1 slof breed en 2 lang, werd het zeer moeilijk om deeg te stelen door bakkers. Daarnaast had iedereen z'n eigen maat brood, zodat minder vaak onenigheid bestond van wie een brood was.
Doordat in later eeuwen brood minder vaak werd aangeleverd verdween deze gewoonte uit het dagelijks leven - maar het woord ciabatta bleef bestaan als alternatieve naam voor hele broden. Toen Cavallari poogde om zijn nieuwe brood een nationaal symbool te maken nam hij daardoor de naam ciabatta over.
Vandaag alles veel over luiaards!
En over verhongering, maar dat hangt er wat zijdelings aan op het eind. Natuur is wreed, en dergelijke.
Heh, ik ging net over de max van 2 posts heen - totaal ~10400 characters ::) Ik moet ze echt op scribd gaan gooien ::rofl::
#14
Categorie: Fauna / Fysiologie
Feit: Luiaards kunnen verhongeren met volle maag
Achtergrond:
Luiaards zijn een stuk fascinerender en vreemder dan je zou denken. Dus deze achtergrond gaat ook grotendeels in het algemeen over luiaards, dan het verhongergedeelte. Sterker nog, het gaat grotendeels over drievingerige luiaards, die interessanter zijn dan hun tweevingerige familieleden.
(http://i1.wp.com/trans-americas.com/blog/wp-content/uploads/2013/09/two-toed-or-three-toed-sloth.jpg?resize=510%2C602)
Beide soorten verschillen zowel fysiek als gedragsmatig, maar het verschil in naam komt doordat de ene twee vingers heeft, en de ander drie. Dat klinkt heel logisch, en alsof biologen heel logisch (maar saai) zijn met naamgevingen. Dat is niet het geval. In het engels heten ze three-toed and two-toed sloth, terwijl beide soorten 3 tenen per voet hebben. Sowieso is die naam misleidend, want effectief hebben luiaards vier armen, in plaats van twee armen en twee benen, inzoverre dat ze hun eigen gewicht niet kunnen dragen. De keren dat ze over de grond voortbewegen trekken ze zichzelf daardoor voort met hun voorarmen - voor een topsnelheid onder de 100 meter per uur. Vanwege deze traagheid worden luiaards nogal eens aangereden als ze een weg oversteken. In de bomen zijn ze sneller, normaal zo'n 150 meter per uur en een topsnelheid die dubbel zo hoog is! Maar ik loop vooruit (hetgeen eenvoudig is wanneer de ander zich onbeholpen vooruit moet trekken).
Luiaards dus (en in het specifiek de drievingerige, maar dat ga ik er niet meer bij zeggen). Luiaards zijn ongeveer 50 centimer, en wegen desalniettemin maar zo'n 6 kilo. Hierdoor kunnen ze eenvoudig op dunne takken en in boomtoppen verblijven, en zich verstoppen tussen trossen lianen voor roofdieren. In praktijk maakt dit het observeren van luiaards uitermate lastig, aangezien ze vaak niet te zien zijn ondanks dat de locatie via een chip exact bekend is.
::rofl:: Dat ging eigenlijk over de polsen van luiaards :P
Maar sure, dolfijnen ook. Zulke dingen zitten vaak heel overeenkomstig in elkaar. Dus of het dan om vleugels, armen of flippers gaat is voornamelijk van invloed op welke botten langer/dikker worden voor de specifieke functie. Of ze vergroeien aan elkaar voor stevigheid, maar dan begin je na een tijdje op een helling te komen hoe je iets moet definieren ;)
(http://imgs.steps.dragoart.com/how-to-draw-dolphins-step-2_1_000000036579_5.jpg) (http://2.bp.blogspot.com/-qMD27rFM8U4/T1BMEfrB-4I/AAAAAAAACDY/agAtjnzoV6o/s1600/evol2.jpg)
Kan zijn dat ik in de toekomst nog zoiets wat dieper op in ga - moeten maar kijken.
En anders wordt het misschien terugkerend als het over grote zeezoogdieren gaat ;D
#15
Categorie: Culinair / Geschiedenis
Feit: Ketchup was oorspronkelijk een vissaus
Achtergrond:
Vissauzen zijn al vrij oud. In Europa hadden de Grieken en Romeinen al versies (bijvoorbeeld 'garum'). Daarnaast worden dergelijke producten al ruim 2000 jaar in China gebruikt. We weten dit doordat voedsel veelvuldig in gedichten uit de tijd te vinden is, waaronder gefermenteerde vis - wat als pasta of saus werd gebruikt.
Het maken hiervan was vrij simpel. Men neme de vis en stopt deze in een aardenwerken pot, samen met ongeveer een kwart aan zout. Dit wordt in de zon gezet voor ongeveer 2 maanden (afhankelijk van seizoen) om vissaus te krijgen. De reden dat dit werkt is dat er bacterieën gaan groeien die melkzuur produceren. Dit melkzuur doodt andere bacterieën die anders de vis zouden hebben laten rotten, en het verlaagt de zuurtegraad waardoor het eindproduct vrij zuur is. Hierop kan vervolgens gist groeien, waardoor het gaat fermenteren - en er uiteindelijk een gladde donkere gefermenteerde saus uit komt.
Deze simpele sauzen werden toen (dus ongeveer 2000 jaar geleden) zeer populair, en allerlei alternatieven met bijvoorbeeld groenten werden gemaakt. Ah!, zeg je nu, en toen hebben een stel Chinezen tomaten laten fermenteren tot een dikke zoetzure rode saus en de wereld was nooit meer hetzelfde. Het antwoord daarop is natuurlijk Nee. Want ze hadden geen tomaten. Het zorgde wel voor andere producten die we nog steeds kennen. Soms werd de gezouten vis in gefermenteerde rijst bewaard ter conservering. Bij het eten werd de rijst weggegooid, en dit werd narezushi. Oftewel, de eerste vorm van sushi. Het woord sushi betekende destijds waarschijnlijk ook zuur(proevend), aangezien sushi vroeger zuur was door het fermentatieproces (herinner dat hierbij melkzuur wordt geproduceerd). Daarnaast werd het populair om soyabonen, in plaats van gist, te laten fermenteren. Deze waren goedkoper, makkelijker te vervoeren, eenvoudig te laten groeien, en de smaak bleek beter te bewerken. Hierdoor nam in het grootste deel van China (behalve de zuid-kust) het gebruik van vissauzen vrijwel geheel af, en werden soyasauzen gebruikt.
Dit gebeurde niet in Zuid-Oost Azië, waar de saus inmiddels ook al lang was ingeburgerd, wellicht door de directere toegang tot vis. Zodoende bleef juist vissaus, en niet soyasaus, de primaire saus in bijvoorbeeld Vietnam en de Phillipijnen.
(http://i59.tinypic.com/160tpd.jpg)(http://i57.tinypic.com/24ortoi.jpg)
reference: pp. 22 & 24 from: Ishige, N. (1993). Cultural aspects of fermented fish products in Asia. Fish Fermentation Technology. United Nations University Press, Tokyo, 13-32.
Nu is er een gebied in Zuidoost-China dat bij de eerste afbeelding nog net in het vissaus ligt, dat tegenwoordig Fujian heet. In die regio komt al honderden jaren een groep voor die de Hokkien heet. Deze Hokkien woonden bij de oceaan en waren fantastische scheepsbouwers en zeelieden. Daardoor waren ze de meest actieve handelaren in Zuid Oost-Azie tot ver in de late Middeleeuwen. Een van de producten die ze verhandelden was vissaus, ook aan de eerste Europese handelsschepen toen die arriveerden. Dit goedje stond bekend als 鲑汁. Het eerste gedeelte (鲑) werd destijds gebruikt voor geconserveerde vis en werd destijds in dat zuidelijke dialect uitgesproken als gué of ; het tweede deel (汁) is nog steeds gebruikt als saus en werd daar destijds uitgesproken als chiap of tchup. Samen: ke-tchup. Dit werd eveneens waarschijnlijk soms gebruikt voor de soyasauzen, hetgeen we natuurlijk inmiddels als ketjap of kecap kennen.
Right, het heeft even geduurd wegens meerdere bronnen van oponthoud, maar we kunnen weer verder.
#16
Categorie: Economie / Gezondheid / Recht
Feit: Je leven is zowel niets als miljoenen waard.
Achtergrond:
De waarde van je leven hangt helemaal af van wie je het vraagt, in de wetenschap. Buiten de wetenschap is er al helemaal veel variatie, met mensen die claimen dat elk leven van onschatbare waarde is - en boven elke monetaire hoeveelheid staat. Dat is natuurlijk onzin. Als iedereen werkelijk van onschatbare waarde was, dan moesten we stapvoets op snelwegen gaan rijden doordat de kans op ongelukken oneindig veel belangrijker zou zijn dan het comfort, plezier en efficiëntie die worden gehaald uit huidige snelheden. Sowieso zouden uit dat oogpunt alle vliegmethoden worden afgeschaft - en waarschijnlijk ook auto's, want je weet maar nooit wanneer een toevallige opstapeling van fabrieksfouten zorgt voor een ontploffing.
In praktijk is het dus noodzakelijk dat mensenlevens worden gekwantificeerd, opdat kan worden bepaald of risico's aanvaardbaar zijn - en of het verhelpen van deze risico's een goed plan is. Om verder te gaan in de transportsfeer, wanneer is het terecht om een spoorwegovergang te verbeteren via automatische bomen? Zulke vragen worden beantwoord met het Willingness to Pay principe. Stel dat bij een kale overgang per jaar 7 ongelukken plaatsvinden per 100.000 mensen die oversteken. Met automatisch neergaande bomen kan dit worden verminderd naar 3 ongelukken per 100.000 mensen. Vervolgens vragen we een hoop mensen hoeveel geld ze over zouden hebben voor die reductie, zeg dat het gemiddeld 50 euro per persoon is. Dan betalen een theoretische 100.000 mensen samen 5 miljoen euro om 4 levens te verhelpen. Een mensenleven (voluit Value of Statistical Life, ofwel VSOL) is hier dus 5 miljoen / 2 = 1.25 miljoen per mensenleven. In praktijk van verkeersveiligheid worden dergelijke methoden gebruikt. Hierbij wordt momenteel ongeveer een VSOL gevonden van 2.5-3 miljoen euro per mensenleven. Hierbij is ongeveer een half miljoen materieële schade, en ruim 2 miljoen immeterieële schade zoals leed en verloren levensvreugde.
Dit is echter heel algemeen en eenvoudig. Indien in het verkeer mensenlevens worden gered is elk leven evenveel waard, we weten niet hoe lang die persoon anders nog had geleefd. Hier kan veel beter een inschatting van worden gemaakt in de gezondheidszorg. Een kind heeft doorgaans langer te leven dan een bejaarde, waardoor duurdere ingrepen worden geaccepteerd om het leven te redden.
Namens de World Health Organization (WHO) wordt daarom sinds 1990 door veel overheden gewerkt met DALY's: Disability Adjusted Life Years. Dit is een uitdrukking van de ziektelast voor een bevolking, waar vervolgens een prijskaartje aan kan worden gehangen - bijvoorbeeld om te kijken voor welke aandoeningen het vooral nuttig is om te zoeken voor nieuwe behandelmethoden.
DALYs worden uitgerekend door het verloren aantal levensjaren [YLL] op te tellen bij de vermindering van levenskwaliteit [YLD]. Dus bijvoorbeeld in het Nederland van 2007 zorgde longontsteking voor vrij veel direct verloren levensjaren (45.706 jaren) en kwam het zeer veel voor (532.900 mensen), maar zorgde het nauwelijks voor een handicap (waarde van 0,05; waarbij 0 perfecte gezondheid en 1 dood is) voor een totale DALY van 72.000. Aan de andere kant van het spectrum is een ziekte als schizofrenie die nauwelijks voor een vermindering in levensjaren zorgt (354), maar onder de 36.100 patiënten wel voor een heel slechte kwaliteit van leven zorgt (0,66) - voor alsnog een grote ziektelast (DALY 24.200). Dat is hoe ziektelast wordt uitgerekend. De nadruk ligt dus op aparte levensjaren, zodat het prijskaartje ook per jaar wordt berekend in plaats van per mensenleven. Hierbij wordt ongeveer uitgegaan van 50.000 euro per persoon per gezond jaar. Hoe lang een 'gezond' jaar is, hangt dus van de gewichten af. Bij longontsteking is de kwaliteit van leven nauwelijks verminderd, dus blijft het ongeveer een jaar. Schizofrenie echter zorgde voor een handicap van 0.66, dus een volledig jaar telde 66% minder mee. Vanuit het perspectief van DALYs moeten er voor mensen met schizofrenie dus 3 jaren worden geleefd om het equivalent van 1 gezond jaar te zijn.
Het probleem is echter dat de achtergrond van DALYs weinig transparant en redelijk arbitrair zijn. Elke aandoening heeft een bepaald gewicht, maar de redenen voor de gewichten zijn niet erg sterk onderbouwd. Sterker nog, er wordt een extra gewicht gegeven op basis van leeftijd van de patiënt. Hierbij zijn de levensjaren zo tussen 25-40 het meest waardevol - maar modellen verschillen, en er lijkt weinig bewijs voor. Vervolgens krijgen alle DALYs een prijskaartje van ongeveer 50k [dus: het voorkomen van 1 DALY mag 50.000 euro kosten], maar het waarom voor dit prijskaartje is eveneens.. onduidelijk.