Thailand

Thailand,... smaragd van het Oosten


Flora
Het klimaat in Thailand maakt dat dit land dé ideale plek is voor een rijkdom aan weelderige plantengroei. Varens, lianen, epifyten (planten die op andere planten groeien), palmen en kruiden groeien en bloeien het hele jaar door. In de hoge heuvels en plateaus groeit de pijnboom en esdoorn. In het laagland zijn de bomen behangen en met elkaar verbonden door een vracht aan klimplanten en lianen. In de bergen daar en tegen zijn de bomen overwoekerd met mossen en Thailands nationale symbool: de orchidee en De kokospalm zie je overal. De rivieren en meertjes zitten vol met waterhyacint. Thailand kent diverse soorten regenwouden, waaronder de uit slechts enkele boomsoorten bestaande mangrovebossen in de kustgebieden.
Fauna
De grootste kans om wild te zien heb je in het zuiden in de jungle van het Khao Sok National Park, het Kaeng Krachan National Park bij Hua Hin en in het noorden het Doi Inthanon National Park. Je vindt er een groot aantal diersoorten, maar alleen in de gebieden waar niet veel mensen komen, trekken ze zich diep in het regenwoud terug. Maar in rustiger oorden zou je zomaar een Indische olifant kunnen tegen komen.
 
Als je geluk hebt zelfs de uiterst zeldzame Sumatraanse neushoorn en de aan de neushoorn verwante tapir. Ook aan krokodillen, bosgemzen, wilde zwijnen en diverse sierlijke hertensoorten of de massieve Gaur (werelds grootste wilde os met een schofthoogte van meer dan 2 meter) is geen gebrek in Thailand, evenmin als de duizenden soorten kevers, vlinders, vogels, vissen en vele soorten apen, zoals de langstaartmakaak en de gibbon. Aan de kust van de Andaman zee leven maar liefst vier soorten zeeschilpadden.