Vietnam

Bevolking

Vietnam telt ruim 84 miljoen inwoners. Het grootste deel woont op het platteland en werkt in de rijstgebieden. In het Rode-Rivierdelta, in het noorden bij Hanoi is de bevolkingsdichtheid het hoogst ter wereld. Het Kinh-volk (of Viets, spreek uit: vjets) maakt bijna 90% van de totale Vietnamese bevolking uit. Ze stammen af van onder meer Thaise, Maleise, maar vooral Chinese groeperingen die vanaf het begin van onze jaartelling zijn samengesmolten. Vanuit het noorden van Vietnam trokken ze in de loop der eeuwen naar het zuiden. De cultuur van de Viet is altijd sterk beïnvloed door de Chinezen.
De bergbewoners van Midden- en Noord-Vietnam, door de etnische Vietnamezen ‘moi’ of wilden genoemd, vormen samen de grootste minderheid van het land. Deze zogenaamde ‘Montagnards’ zijn nauw verwant aan etnische groepen in Thailand en Zuid-China. Ze hebben over het algemeen een lage levensstandaard en leven vooral van de zwerflandbouw (‘slash and burn’), maar ook van de jacht en de visvangst. Iedere groep heeft zijn eigen kleding, sieraden, taal en religie. De situatie van de Vietnamese bergvolken heeft zich in de loop der tijd iets verbeterd. Ze mogen weer hun traditionele kleding dragen en de eigen taal spreken. Van de in totaal 54 etnische minderheden zijn Tay, Muong, Thai, H'mong, Dao, Cham, en Khmer de belangrijkste.


De Cham en de Khmer vormen aparte groeperingen en zijn voornamelijk in de kuststrook van Phan Thiet tot Nha Trang, in Zuid-Vietnam en delen van de Mekongdelta te vinden; de Khmer bevolken de Mekongdelta.
De Cham, veelal soennitische moslims, zijn de laatste afstammelingen van het grote en machtige koninkrijk Cham (2e tot de 15e eeuw). De Khmer (ca. 800.000) waren eerst hindoeïstisch, maar bekeerden zich later tot het Theravada-boeddhisme. Vanwege de oude vijandschappen tussen Vietnamezen en Khmer, heeft het nooit geklikt tussen deze twee bevolkingsgroepen.

In Vietnam leven ook nog ca. 5000 zogenaamde ‘Amerasians’, nakomelingen van vertrokken Amerikaanse soldaten en dus kinderen van gemengd ras. Ze worden ‘vuil van de straat’ genoemd en leven vaak in zeer moeilijke omstandigheden, nadat ze verstoten zijn door hun moeders. Met name kinderen van Afro-Amerikaanse vaders hebben het moeilijk. In 1987 werd door het Amerikaanse Congres de ‘Amerasian Homecoming Act’ aangenomen. Deze wet maakte de komst naar de Verenigde Staten mogelijk van alle Vietnamezen die kunnen aantonen een Amerikaanse vader te hebben. Tienduizenden hebben van de regeling gebruikt gemaakt, samen met ca. 60.000 familieleden.