Tanzania

Geschiedenis

Het kustgebied van Tanzania werd al omstreeks de 8e eeuw aangedaan door Arabische handelslieden. Rond de 12e eeuw hadden zich vele Arabieren en handelaren uit landen als Perzië en India gevestigd over de gehele Oost-Afrikaanse kust, waar zij bloeiende steden en handelsposten stichtten. De Portugezen arriveerden aan het eind van de 15e eeuw en hoewel zij ook in het kustgebied van Tanzania invloed kregen, werden zij daar begin 18e eeuw verdreven door de Arabieren van Oman. De sultan van Oman, Seyyid Said, verhuisde in 1840 zijn hoofdstad naar Zanzibar.
Vanaf halverwege de 19e eeuw begonnen Europese missionarissen en ontdekkingsreizigers de binnenlanden te verkennen. Eind 19e eeuw ving de Duitse kolonisatieperiode aan met de oprichting van de German East Africa Company. Tegen de Europese overheersing is altijd verzet geweest van de lokale bevolking en tussen 1905-1907 resulteerde dit in de zogenaamde Maji Maji opstand, waarbij zeker 120.000 Afrikanen het leven lieten. Na de Eerste Wereldoorlog eindigde de Duitse bezetting en werd het land een mandaat van Groot-Brittannië, dat overigens weinig interesse had in het gebied wegens de beperkte aanwezigheid van natuurlijke hulpbronnen.

Al in 1929 werd de Tanganyika African Association (TAA) opgericht, maar pas halverwege de jaren vijftig werd deze organisatie omgevormd tot een serieuze politieke beweging; de Tanganyika African National Union (TANU). Bij de eerste landelijke verkiezingen in 1958 en 1959 won de TANU overtuigend, en bij de onafhankelijkheid in 1961 vormde de leider van de TANU, Julius Kambarage Nyerere, de nieuwe regering van Tanganyika. In 1964 werd de republiek Tanzania opgericht, waarin Tanganyika en de eilanden Zanzibar en Pemba verenigd werden. Het beleid van de TANU was gebaseerd op het Chinese communistische model waarbij zogenaamde ujamaa dorpen werden opgericht voor collectieve landbouwactiviteiten. In deze dorpen was veelal ook een school en gezondheidscentrum aanwezig. Voor de Tanzanianen betekende dit veelal gedwongen verhuizingen en er kwam dan ook weinig steun voor het beleid.

Toch droeg Nyerere's ujamaa politiek er toe bij dat de levensstandaard over het algemeen verbeterde,. Nyerere zou president blijven tot 1985. Zijn opvolger als president, Ali Hassan Mwinyi, moest onder internationale druk koers zetten naar een meerpartijenstelsel en had daarnaast met tegenvallende economische resultaten te kampen. In 1992 werd een grondwetswijziging aangenomen die het bestaan van oppositiepartijen toestond. Vanaf 1995 is Benjamin Mkapa de nieuwe president.

Geografie

Tanzania ligt in oostelijk Afrika, nét onder de evenaar. Geografisch gezien ligt het land tussen 1 en 11 graden zuiderbreedte, tussen 30 en 39 graden oosterlengte. In het noorden wordt Tanzania begrensd door Kenia, Lake Victoria en Oeganda. In het oosten ligt de Indische Oceaan met de eilanden Zanzibar en Pemba en in het zuiden vinden we Mozambique en Zambia. Als je de westelijke grens over gaat kom je in Zaïre, Rwanda en Burundi. Met z'n 945.087 vierkante kilometer (waarvan 886.040 vierkante kilometer land) is Tanzania ongeveer veertien keer zo groot als België en Nederland samen. De afstand tussen Moshi in het noorden en Songea in het zuiden bedraagt ruim 1300 kilometer. Tussen Dar es Salaam in het oosten en Kigoma in het westen ligt ruim 1600 kilometer.

Het landschap van Tanzania is erg variërend. Hoogvlaktes en dalen wisselen elkaar onverwacht af. Je vindt er savannen, maar Mount Kilimanjaro met als piek de 5895 meter hoge Uhuru wordt met recht 'het dak van Afrika' genoemd. Die hoogteverschillen veroorzaken verschillende klimaten, wat weer invloed heeft op de flora en fauna van het land.

Flora en Fauna

De meeste toeristen bezoeken Tanzania om te kunnen genieten van de vele verschillende soorten wilde dieren. Recente tellingen wezen uit dat in de twaalf nationale parken meer dan vier miljoen wilde dieren voorkwamen. De totale oppervlakte van de nationale parken bedraagt bijna 42.500 vierkante kilometer. Over de wildreservaten zijn geen exacte gegevens voorhanden. In aantallen overtreffen deze waarschijnlijk die van de nationale parken.
Uitgaande van de totale oppervlakte moet je die conclusie bijna trekken: ongeveer 95.000 vierkante kilometer wildreservaat staat de dieren ter beschikking. En als toerist kun je tegen betaling meegenieten.
Veel mensen reizen naar Tanzania om kennis te maken met de dieren in hun oorspronkelijke omgeving. Hoewel ze beschermd zijn, is het makkelijk ze te ontmoeten. Overal in het land komen wilde dieren voor. De nationale parken en wildreservaten zijn echter de plaatsen bij uitstek om ze gemakkelijk te observeren en om veel verschillende dieren bij elkaar te vinden.

Klimaat

Vanuit de ligging ten opzichte van de evenaar gezien, heeft Tanzania natuurlijk een tropisch klimaat. Maar vanwege de afwisseling in het landschap kent het eigenlijk verschillende klimaten. De extremen even niet meegerekend (op de Kilimanjaro vriest het en op sommige plaatsen in het binnenland kan de temperatuur gemakkelijk tot boven de veertig stijgen), kent het land best aangename gemiddelden.

Het hele jaar valt er wel enige regen in Tanzania, met uitzondering van een aantal plaatsen in het binnenland. Men spreekt van lange regens in de maanden maart tot en met mei en korte regens gedurende oktober tot en met december. De meeste regen valt gedurende de lange regens. De regenval is dan ook intensiever.

Over het algemeen is het kustgebied bijna het hele jaar warm en vochtig. De temperaturen variëren tussen de 22 en 30 graden en de gemiddelde luchtvochtigheid ligt tussen 75 en 80 procent. De avonden en nachten kunnen fris zijn en als je deze gebieden bezoekt, is het hebben van een sweater of trui beslist geen overbodige luxe.

Economie

Tanzania behoort tot de ontwikkelingslanden en is daarom sterk afhankelijk van ontwikkelingshulp. Het is één van de armste landen ter wereld. Ondanks het feit dat het lange tijd overheerst werd door Europese landen als Portugal, Duitsland en Engeland, is er aan de economische ontwikkeling weinig gedaan. Door de Duitsers werd de infrastructuur ter hand genomen en de centrale spoorlijn is door hen tot stand gebracht (maar bij hun vertrek helaas weer gedeeltelijk verwoest). Groot-Brittannië liet het land in grote armoede achter en toen Julius Nyerere aantrad als eerste president, begreep hij als geen ander dat er veel moest veranderen.
Buitengewoon vruchtbaar
Grote delen van Tanzania zijn buitengewoon vruchtbaar en het is dan ook verbazingwekkend dat daar niet meer economische winst uit voortvloeit. Talrijke missers op politiek gebied deden de economie helaas geen goed. De oorlog met Oeganda deed Tanzania financieel de das om: de kosten bedroegen ruim 500 miljoen Amerikaanse dollar. Eerder was al een economisch samenwerkingsverband tussen Kenia, Tanzania en Oeganda (de East African Economic Community ) mislukt.

Landbouw
De wankele economische toestand van Tanzania steunt nog steeds op het verbouwen van sisal, de grondstof voor de vervaardiging van touw. Er wordt nu echter nog slechts een fractie verbouwd van de vroegere hoeveelheid. Verder is het verbouwen van specerijen zoals kruidnagels (80 procent van de wereldhandel), nootmuskaat en peper belangrijk. Het verbouwen van koffie heeft een geweldige vlucht genomen en de katoencultuur is sterk in opkomst. Verder zijn thee, cashewnoten en kokos van belang voor de economie. Tanzania heeft ook bodemschatten: diamant, goud, tin en mica brengen wat geld in het laatje

Bevolking

Er wonen ongeveer 32 miljoen mensen in Tanzania, verdeeld over bijna 130 stammen. Gemiddeld is dat ongeveer dertig mensen per vierkante kilometer. In de kustgebieden bedraagt het aantal mensen per vierkante kilometer echter ruim driehonderd. Zo'n 23 procent van de Tanzanianen woont op het platteland.

Het grootste deel van de bevolking heeft een Bantoe-achtergrond, al heeft er veel vermenging plaatsgevonden met Arabieren en Perzen. Een kleine bevolkingsgroep heeft duidelijk Aziatische voorouders, terwijl Europeanen absoluut in de minderheid zijn. De stammen variëren in grootte tussen enkele miljoenen tot enkele honderden. De Nyamwezi vormen de grootste groep, zij maken vijftien procent van de bevolking uit. De twaalf grootste stammen zijn verantwoordelijk voor ruim vijftig procent van de bevolking. De nog zeer primitief levende Hi is waarschijnlijk de kleinste stam, hoewel officiële cijfers daarover ontbreken. Sommige stammen houden nog erg sterk vast aan hun traditionele gewoonten en kleding. Het duidelijkste voorbeeld daarvan vindt je bij de Maasai

Cultuur

Muziek
Muziek speelt een belangrijke rol in het leven van de Oost-Afrikaanse volkeren. Het klinkt allemaal wat minder gecultiveerd dan de muziek waaraan men in West-Europa gewend is, maar dat is logisch: het temperament van de Afrikanen ligt even iets anders. Drums in vele toonaarden, allerlei klanken slaghout en uit hout vervaardigde xylofoons spelen een belangrijke rol. Ook dierlijke producten zoals hoorns dienen vaak als basis voor een muziekinstrument. Snaarinstrumenten zijn er in vele variëteiten, vaak met een plantaardige voorgeschiedenis, zoals kalebas en kokosnoot.
Dans
De dans heeft altijd een zeer belangrijke plaats ingenomen in de Afrikaanse cultuur. De bevolking gebruikt het als uiting van vreugde of verdriet, maar het is ook een middel ter bestrijding van ziekten en ter verjaging van boze geesten. Met zang en dans, gebruikmakend van traditionele muziekinstrumenten, wordt geprobeerd de goden gunstig te stemmen om zodoende een rijke jacht- of oorlogsbuit binnen te halen. In het verleden was verlies of winst tijdens een treffen tussen twee stammen dan ook vaak een teken van de kracht der goden.

bron:fox.nl

Dar es Salaam

De eerste stad van Tanzania, tevens hoofdstad is Dar-es-Salaam. De naam betekent "Haven van Vrede". De stad begon als een kleine vissershaven in het midden van de 19e eeuw toen de Sultan van Zanzibar een kreek wou ombouwen tot een veilige haven en handelsplaats. Nu is het een drukke metropolis met 1.5 miljoen inwoners en een haven waar Arabische dhows afwisselen met grote oceaanschepen.

Dar-es-Salaam is één van de meest losse en relaxte steden ter wereld. In de stad leven mensen van verschillende etnische afkomst, ras, religie en ideologie samen. Het is Tanzania's belangrijkste haven en commercieel centrum, en blijft de feitelijke hoofdstad, al is de officiële hoofdstad tegenwoordig Dodoma, 480 km in het binnenland. Het drukke Dar-es-Salaam bezit spectaculaire winkelstraten, monumenten en luxueuze "beach resorts".
Het is tegelijkertijd een historische en een moderne stad. Sommige gebouwen hebben een sterk koloniale architectuur, terwijl andere de uitdrukking zijn van vroeg-Arabische en Oosterse invloeden. Het National Museum bevindt zich vlak naast de botanische tuin in het centrum van de stad. Het herbergt belangrijke archeologische collecties, vooral de fossiele vondsten van de Zinjanthropus man, en een collectie over de minder fraaie kant van de slavenhandel in Zanzibar. Ongeveer 10 Km buiten het centrum kan men ook het Village Museum bezoeken. Dit musem geeft een levend beeld van de authentieke huizen in verschillende delen van Tanzania. Tijdens het weekend worden hier traditionele dansen opgevoerd.

Oyster Bay (Oesterbaai) heeft een mooie tropische kustlijn en het is strand dat zich het dichtst bij de stad bevindt. Het kleine onbewoonde eiland Mbudya Island, een 3-tal km buiten de kust, is een paradijs voor waterskiërs. De stranden zijn breed, idillisch en zuiver. Verschillende strandhotels en luxueuze "beach resorts" serveren het lekkerste van wat de zee te bieden heeft, en watersport faciliteiten voor snorkelen, windsurfen, diepzeeduiken en vissen worden nog steeds uitgebreid.

Natuurparken

Mount Kilimanjaro National Park
De bekendste plek in het land is de berg Kilimanjaro, ook bekend als "het dak van de wereld". Deze kolos is de hoogste vrijstaande berg ter wereld en één van de grootste vulkanen die ooit uit de aardkorst tevoorschijn kwamen. Op heldere dagen kan men hem al vanaf een afstand van 160 kilometer zien. De top ligt maar drie graden onder de evenaar, maar is altijd bedekt met sneeuw en ijs. De piek Uma is 5.895 meter hoog
Serengeti National Park
De beste tijd om hier te komen is van december tot mei. U kunt dan de grote ?migratie? volgen van de gnoe's en de zebra?s, achtervolgt door roofdieren op zoek naar een maaltijd.
Het Serengeti National park met een omvang van 14.763 Km² is het meest bekende wildreservaat van Tanzania. Men kan hier een glimp opvangen van hoe oost-Afrika er moet uitgezien hebben voor de komst van de "grote blanke jagers". Het nutteloos afslachten van de dieren begon op het einde van de 19e eeuw. Recentelijk, echter, hebben trofeejagers en ivoorhandelaars hun bijdrage geleverd tot de tol.
Er leven letterlijk miljoenen dieren op de ogenschijnlijk eindeloze en boomloze Serengeti vlakten. Ze migreren constant, op zoek naar graasland terwijl ze ondertussen als prooi dienen voor een hele waaier van roofdieren. Het zicht van al die dieren is ongelooflijk en de aantallen waarover het gaat zijn fenomenaal. De ster van de jaarlijkse migratietocht is zonder twijfel de "wildebeest". Serengeti is echter ook bekend voor zijn leeuwen-, cheetahs- en giraffenpopulaties. Een verrekijker meebrengen

Zanzibar

Op het voormalige slaveneiland Zanzibar tref je zowel specerijen- plantages als witte stranden en wuivende palmen. Zanzibar is wereldwijd bekend als het 'kruideneiland', en sinds lang vindt men op het eiland grote kruidnagel- en kokospalmenplantages. Een spice tour duurt ongeveer 5 uren en is uitermate interessant: men kan er zien hoe kokosnoten, bananen, peper, cacao, limoenen, vanille, apenootjes en nog veel meer groeien.
De naam Zanzibar roept exotische en romantische beelden op. Zanzibar is eigenlijk de naam van twee eilanden samen, nl. Unguja en Pemba. Het stadje Zanzibar ligt op Unguja, het eiland dat algemeen als "Zanzibar" wordt aangeduid. Zanzibar is één der mooiste eilanden in de wereld, een juweel in de Indische Oceaan. Het is vanaf deze kusten dat de grote Europese ontdekkingsreizigers Burton, Speke, Kraph, Reubman en Livingstone hun expedities naar het binnenland van Afrika begonnen.

Zanzibar's Stone Town is een fascinerende plaats om te wandelen en in te "verdwalen". Het is een chaotisch labyrinth van draaiende straatjes met witgewassen huizen met prachtig gebeeldhouwde deuren. Er is een eindeloze rij van winkeltjes, bazaars, moskeeën, gerechtshoven en forten, twee voormalige paleizen van de Sultan, twee grote kathedralen, oude koloniale huizen een publiek badhuis in Perzische stijl en een bizarre collectie van vreemde consulaten. De vele smalle steegjes van het oude stadje zijn een levendige herinnering aan de lange en kleurrijke geschiedenis van het eiland.