Eck, Megan en Jutta hadden hun tocht vervolgd. Voorzichtig liepen ze de vulkaan op, wat best wel gevaarlijk was. Er werd bijna niet meer gepraat, want iedereen moest opletten waar die liep. Toch ging het niet helemaal goed. Eck gleed van een steen af, en heeft nu een blauwe plek op z'n scheenbeen. Het was even schrikken, maar het gaat nu weer redelijk goed (neem ik aan)
Eck: Whaaaaaaaa
Megan&Jutta: Eck!
Megan: Eck, gaat het?
Jutta: Eck, hoor je ons?
Eck: Ja hoor, alles is goed hoor. Ik heb...au!
Jutta: Wat is er? je hebt toch niks gebroken?
Eck: Nee, ben alleen op m'n scheenbeen gevallen.
Megan: Kom maar, dan haal ik je er wel uit.
Eck: Dank je
Jutta: Fjoe, dat was schrikken
Na een inspannende toch kwamen ze dan uiteindelijk op te top. Nu konden ze het hele eiland overzien, en ook in de vulkaan kijken.
Megan: Zo he, wat diep
Jutta: Ik zie alleen maar een diep gat.
Eck: Als hij maar niet actief is.
Megan: Nee, vast niet. Zow he, wat fantatisch dit.
Eck: Ja he! Geweldig gewoon
Jutta: En dat uitzicht hier dan ook.
Megan: Prachtig.
Eck: Is dat Terra niet?
Jutta: Volgens mij wel. Ik kan alleen niemand zien, wat me ook niet waarschijnlijk lijkt.
Megan: Nee, inderdaad.
Eck: Zo he, geweldig hier zeg.
Jutta: Alleen een beetje warm.
Megan: Daarvoor zitten we ook op Inferius he. Moet je dit gat hier ook zien.
Eck: *Zucht*
zo stonden we nog een tijdje op de vulkaan. Het uitzicht was echt prachtig! Maar toen besloten we maar weer terug te keren naar het kamp. Op de terugweg raakten we wel weer aan de praat.
Eck: Zou die vulkaan ook nog een naam hebben?
Jutta: Heet die niet Inferius dan?
Megan: Dat zou best kunnen, dat het eiland naar de vulkaan vernoemd is. Eigenlijk zouden we het ze moeten vragen als we hun zien.
Eck: Misschien kunnen we het zelf een naam geven.
Megan: Dat zou leuk zijn.
En zo liepen we terug naar het kamp, zonder veel problemen (behalve dan dat Jutta (ik dus) haar hoofd tegen een boom stootte)
Toen we bijna terugwaren, zorgten we ook nog voor vele bananen, zodat we morgen de hele dag te eten hadden. Toen we de anderen vertelden wat ze gezien hadden, waren ze onder de indruk. Ik denk dat zij ook nog wel eens op weg gaan.