Australië

Bevolking

De bevolking van Australië, is voor het grootste deel van Europese, voornamelijk Britse afkomst.( ca. 70%) Het aantal aboriginals, de oorspronkelijke bewoners van Australië, bedraagt maar 1,5% van het totaal aantal inwoners. De meeste aboriginals leven in Queensland, gevolgd door New South Wales, Western Australia en Northern Territory. De rest bestaat uit Aziaten en ca. 0,5% van Nederlandse origine. Na de IIe wereldoorlog is door immigratie de bevolking meer dan verdubbeld, maar nog steeds behoort Australië tot de dunst bevolkte landen ter wereld. De bevolking is echter erg ongelijk over het land verdeeld, daar 85% er van in de tien grote steden woont.
De Aboriginals

De aboriginals vormen de oorspronkelijke bewoners van het Australische continent en zijn één van de oudste volken op aarde. Ze kwamen ongeveer 40.000 jaar geleden vanuit Zuidoost-Azië naar Australië via een landbrug die was ontstaan doordat de zeespiegel tijdens de ijstijd daalde. Ze verdeelden zich over het hele continent en vormden tussen de 500 en 600 stammen, allen met verschillende talen, religies en culturen. De Pintubi-stam in een woestijngebied op de grens van het Northern Territory en Western Australia werd pas in de jaren zeventig van de 20e eeuw ontdekt. De aboriginals gebruiken voor zichzelf verschillende namen: in Centraal-Australië bijvoorbeeld "anungu" of "yapa" en in Sydney en omgeving gebruikt men liever het woord "koori". Het waren jagers en verzamelaars; de mannen gingen op jacht en de vrouwen en kinderen verzamelden vruchten, wortels, bessen en granen.
Een stam bestond uit meerdere clans, en een clan bestond uit meerdere families. Elke stam had een raad van ouderen die toezicht hielden op het naleven van de religieuze en maatschappelijke gedragsregels, en rechtspraken bij meningsverschillen. De enig overgebleven kunstuitingen zijn grot- en rotstekeningen.

Droomtijd

De aboriginals hebben ondanks vele verschillen, één ding gemeen: de "dreamtime" of droomtijd. De aboriginals gebruiken liever de eigen aboriginal-naam, in Centraal-Australië bijvoorbeeld "tjukurpa". Dit is de periode voor het bestaan op aarde, maar tegelijkertijd ook het hiernamaals, waar de ongeborenen leven en waar de doden weer naar terugkeren. De mens deelt de natuur met de planten en dieren. Heilige plaatsen als Ayers Rock zijn nog steeds van groot belang voor de aboriginals. Ze zijn delen van het landschap die worden beschouwd als incarnaties van de voorouders uit de droomtijd. De aboriginals geloofden dat iemands ziel niet tegelijk met het lichaam stierf en dat er ceremoniën nodig waren om er zeker van te zijn dat de ziel het lichaam verliet en ergens anders reïncarneerde in een boom, een rots, een dier of in een ander mens. Dit was belangrijk om de gewone wereld op zijn cyclische koers te houden. Dit betekende weer dat elke mens het middelpunt vormde van een ingewikkeld net van relaties, dat voor orde zorgde in het heelal en alles wat zich daar afspeelden.
 
De 'Walkabout'
Een van de ondoorgrondelijke aboriginal ceremonies is de "walkabout": op willekeurige momenten verlaten mannen ook vandaag nog hun land om weken, maanden, of zelfs jaren een weg te gaan die hun voorouders eerder gingen, vaak met als enig doel een onbekende te ontmoeten. Duizenden jaren was de "walkabout" de manier waarop diverse etnische stammen elkaar hun verschillende gezangen over de schepping leerden en goederen ruilden die even symbolisch als nutteloos waren. De "walkabout" illustreert dan ook het beste de nomadische instelling en manier van leven van de oorspronkelijke Australische bevolking.
De verschillende stammen stonden ook met elkaar in contact via de "corroboree" rituele muzieksessies waarbij liederen, dansen werden uitgewisseld en toegang werd verleend tot elkaars voorouderlijke routes. De boemerang werd zo'n tienduizend jaar geleden uitgevonden en werd slechts door bepaalde stammen in de centrale woestijngebieden gebruikt om op vogels en kleine buideldieren te jagen.