De Serengeti

Serengeti National Park

De Serengeti, het gebied waar zoveel natuurfilms worden gemaakt, ligt in het noordwestelijke deel van Tanzania en grenst aan het zuidelijke deel van de Masai Mara in Kenia. Het beschermde natuurgebied heeft z'n status in 1951 gekregen. Dit zeer uitgestrekte wildpark is 14.763 vierkante kilometer groot en bestaat voornamelijk uit savannes en hier en daar granieten rotsformaties die door erosie onder de bodemlaag zijn vrijgekomen. De hoogte varieert van 900 tot 1800 meter en er heerst een aangename droge warmte. Dit wildreservaat behoort tot de fraaiste van de wereld. Niet alleen vanwege z'n enorme gevarieerdheid aan wild, de enorme kuddes, de grote populatie aan roofwild maar ook om z'n spectaculaire landschap en weidse horizonten. In het centrale deel van het Serengeti loopt het riviertje Seronera. Langs de oever en voornamelijk gedurende de dag maakt u hier goede kans het luipaard te zien. De leeuwenpopulatie in het Serengeti is groot en bestaat voornamelijk uit grote families die binnen hun territoriale gebied voornamelijk jagen op buffels, zebra's en gnoes. Bijzondere diersoorten die juist hier voorkomen zijn de gestreepte hyena, de drie jakhalssoorten en de aardwolf. Ook voor vogelliefhebbers is de Serengeti een boeiend wildpark. Onderweg zult u een grote verscheidenheid aantreffen, variërend van de kleinste honingeter tot adelaars, kraanvogels en struisvogels.

De Afrikaanse Olifant

Eén van de meest indrukwekkende dieren op de aarde is vast en zeker de olifant. Met zijn grote slagtanden, enorme oren en sterke slurf imponeert hij iedereen. De olifant is het grootste en oudste levende landzoogdier. Hij is bijzonder sterk en heel intelligent. Al duizenden jaren wordt de olifant door de mens afgericht om zwaar werk te doen.We kennen twee soorten olifanten: de Afrikaanse en de Aziatische of Indische olifant.
Er zijn 2 soorten Afrikaanse olifanten: de Bos olifant en de Savanne-Steppe olifant
De verschillen tussen de twee soorten Afrikaanse olifanten zijn minder bekend. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat de bosolifant een schuchter dier is, dat verblijft in de bosgebieden rond de evenaar in West- en Centraal-Afrika, voornamelijk in de wouden van Congo, Kameroen en de Centraal-Afrikaanse Republiek. De savanne- of steppeolifanten leven in veel opener gebieden voornamelijk in Oost- en Zuidelijk-Afrika. Een bosolifant is doorgaans iets kleiner dan de savanneolifant, een volwassen bosolifant is 2 à 3 meter hoog en weegt tussen de 2 en de 4,5 ton, terwijl de savanneolifant tussen de 3 en 4 meter hoog is en tussen 4 en 7 ton kan wegen.
De huid van de bosolifant is doorgaans iets donkerder. De vorm van de schedel is ook anders. De belangrijkste verschillen zitten echter in de slagtanden en in de oren. De slagtanden van de savanneolifant staan eerder naar voor gebogen, ze zijn dikker en het ivoor is wit, terwijl die van de bosolifant rechter zijn en naar beneden wijzen, het ivoor is rozig-lichtbruin van kleur. De bosolifant heeft iets kleinere oren (ze steken niet onder de nek uit zoals bij de savanneolifant) en ze zijn ronder, terwijl die van de savanneolifant driehoekiger van vorm zijn. De vorm van de oren is terug te vinden in de naam cyclotis, want 'rond oor' betekent.
Een volwassen olifant eet per dag ongeveer 200 kilo plantaardig voedsel. Olifanten zijn planteneters en eten o.a. gras, bladeren, takken en vruchten, die zij met hun slurf naar de mond toebrengen.
Afrikaanse olifanten leven in groepjes, families of kuddes van één tot vijftig wijfjes met hun jongen van verschillende leeftijden, onder leiding van een het oudste wijfje. Die heeft de meeste ervaring. Ze brengen het grootste gedeelte van hun leven zwervend in een rustig tempo door in hun leefgebied en hebben op het heetst van de dag een rustpauze. Ook ‘s nachts worden enkele rustpauzes gehouden.
Een vrouwelijke olifant is vruchtbaar vanaf ongeveer 10 jaar oud, maar in normale omstandigheden raakt ze voor het eerst zwanger als ze 12 tot 14 is en gewoonlijk krijgt ze geen kleintjes meer na haar vijf-en-vijftigste. Als een vrouwtje vruchtbaar is, dan komt er wel een bul op de kudde af en vaak wel meer dan een. Het vrouwtje kiest dan voor het sterkste bul, want ze wil dat haar nageslacht ook sterk is.
Als je goed nadenkt, kan je ontdekken dat er dan problemen kunnen zijn: alle vrouwtjes willen dan wel paren met die ene sterkste bul. Dus alle olifantjes die in een bepaalde tijd geboren zijn, zijn dan halfbroers en -zussen van elkaar ! De natuur heeft dat probleem opgelost. De bullen raken om de beurt in een speciale toestand, die men musth noemt. Als een bul in musth is, dan heeft hij tijdelijk meer mannelijke hormonen en is hij erg wild, stoer en sterk; de anderen gaan voor hem uit de weg. Een bul in musth is voor een olifantvrouwtje onweerstaanbaar. Omdat iedere bul om de beurt in musth is, worden ze ook om de beurt vader. Soms zijn er wel eens twee grote olifanten tegelijk in musth en als die dan hetzelfde vrouwtje willen, dan is het vechten ! Met hun grote slagtanden zijn die bullen echte levende tanks. Soms loopt zo'n gevecht slecht af voor de verliezer: als een stoot van een slagtand slecht terechtkomt bijvoorbeeld.
In goede omstandigheden krijgt een vrouwtje om de vier jaar een kleintje. Maar als er te weinig voedsel is, vermindert dat. In sommige gebieden zijn er te weinig bullen (als er vele door stropers voor hun ivoor zijn gedood) en dan vinden de vrouwtjes vaak geen partner.
De zwangerschap van een olifant duurt 22 maanden bij Afrikaanse olifanten en 21 maanden bij Aziatische. Meestal is er maar een kleintje per zwangerschap, maar een tweeling is mogelijk.
Als een olifantje geboren wordt, weegt hij vaak al meer dan 100 kilo. Dat lijkt veel, maar toch is het minder dan een dertigste van zijn volwassen gewicht

De Leeuw

Leeuwen zijn de enige in de katten familie die in troepen leven. Ook hebben ze een brul die kilometers in de verte te horen is, hier mee geven ze hun territorium aan, lokken ze vrouwtjes, roepen ze de leden van de troep en maken ze indringers bang. Leeuwen kunnen in de vrije natuur 15 jaar oud worden en in gevangenschap wel het dubbele (30 jaar dus). Ze slapen 18 uur per etmaal. De leeuw is bijna uitgestorven er leven dan alleen nog maar leeuwen in reservaten in Afrika en in India
In Afrika zijn nog tussen de 30.000 tot 100.000 Afrikaanse leeuwen. De meeste komen in Oost Afrika voor. Leeuwen leven in de Savanne, open gebieden met veel droog gras, enkele groepjes bomen en hier een daar waterbronnen. Men schat dat ongeveer een derde van het landoppervlakte van Afrika uit savanne bestaat die zal een oppervlakte van 10 miljoen km hebben.
Leeuwen zijn de grootste kattensoort, op de Siberische tijger na. Mannetjes kunnen een maximale lengte bereiken van 2,50 meter en een schouderhoogte van 1,20 meter. Vrouwtjes zijn iets kleiner, met een lengte tot 1,70 meter en een schouderhoogte van 1,05 meter. Mannetjes wegen daarbij 150 tot 250 kg en de vrouwtjes 120 tot 180 kg. De staart is hier bij 60 tot 100 cm. Leeuwen zijn ook de enige kattensoort met geslachten die er verschillend uitzien.
De mannetjes onderscheiden zich van de vrouwtjes door de manen rond hun nek en kop, die hem groter laten lijken en zo indringers angst aan te jagen. Maar de manen geven geen extra gewicht waardoor de leeuw zich nog soepel kan bewegen. De manen hebben ook als functie om de leeuw te beschermen tegen klauwen, kaken etc. tijdens gevechten met andere dieren, prooien of een andere beesten. Hoe ouder het mannetje word hoe donkerder de manen worden (licht geelbruin van tot helemaal zwart), vrouwtjes houden voornamelijk op donkere manen dus hoe ouder de leeuwen hoe beter, wat de leeuwinnen betreft. De manen krijgen de mannetjes rond hun 3e jaar en is een teken van dat de welpen de troep moeten verlaten en voor zich zelf moeten gaan zorgen. De manen bereiken een haarlengte van 25 cm
In een troep zijn de vrouwtjes allemaal familie van elkaar, ze blijven hun hele leven bij elkaar. Een mannetjes is op zijn 4e levensjaar vruchtbaar, bij de vrouwtjes duurt dat iets langer, die zijn in hun 5e levensjaar pas vruchtbaar.
Leeuwen kunnen meermalen per jaar jongen krijgen, maar na een worp komt de volgende gewoonlijk pas na ongeveer twee jaar, tenzij jongen eerder worden gedood vanwege de macht overname door een nieuwe dominante man.
De man dood de welpen bij overname van een troep waardoor de vrouwen hun jongen niet meer hoeven te zeugen en daardoor weer snel loops worden. De draagtijd voor een zwangere leeuwin is 100 tot 120 dagen. Per worp worden 2 a 3 jonge geboren vaak ook meer.

Het Luipaard

Het luipaard, een lid van de familie van de katten, lijkt wat kleur en tekening, maar ook wat gestalte betreft, het meest op de jaguar.
Het luipaard heeft een groot woongebied. Ze komen in zuidelijk Azië en in heel Afrika voor. Hier leeft hij in woestijnen, gebergten, regenwouden en savannes
Het luipaard verblijft het liefst in bossen met dicht kreupelhout. Ook in de bergen vindt hij genoeg plaatsen waar hij zich kan verschuilen.
Het luipaard verblijft het liefst in bossen met dicht kreupelhout. Ook in de bergen vindt hij genoeg plaatsen waar hij zich kan verschuilen. Het luipaard is weliswaar niet het snelste roofdier, maar hij kan wel enorme sprongen maken en zeer goed klimmen. Vaak ziet men hem in bomen.
De totale lengte van een luipaard bedraagt ongeveer 2,40 meter. Daarbij neemt de staart 70 cm voor zijn rekening. Hij heeft een krachtig lichaam en een ronde kop. Zijn prachtige pels heeft een roodgele kleur, die naar de buik toe lichter wordt. Zijn lichaam is bedekt met een groot aantal verschillende vlekken waardoor hij er op het eerste gezicht opvallend bont uitziet. Dit is echter helemaal niet het geval. De kleuren van de aarde en de planten van zijn woongebied komen zo goed overeen met de kleur van zijn pels dat het roofdier alleen opvalt als men heel goed kijkt.
Zijn hoofdvoedsel bestaat onder andere uit geiten, kippen, antilopen en schapen. Vaak doodt het luipaard in één nacht meerdere dieren. Daarom vrezen veetelers het luipaard meer dan de leeuw omdat de leeuw hoogstens één dier per nacht dood. Natuuronderzoekers berichten, dat het luipaard zo onverschrokken is, dat hij zelfs dorpen of hutten binnengaat om een prooi te zoeken. Normaal gesproken valt een luipaard geen mensen aan.
De voortplanting van luipaarden vindt plaats, wanneer het vrouwtje, ten teken dat ze bereid is te paren, haar doordringend geurende urine tegen de bomen spuit. Het mannetje wordt door de geur gelokt en hij blijft ongeveer één week tot ze hebben gepaard. Daarna is het vrouwtje weer alleen. Na een draagtijd van 90-110 dagen werpt ze 2-6 jongen, die eerst blind zijn. Ze brengt hen alleen groot. Per worp blijven meestal slechts één tot twee jongen in leven.
De jongen worden de eerste tijd naar steeds wisselende schuilplaatsen gedragen om te voorkomen dat ze door hyena's of leeuven worden opgegeten. Na enkele maanden leren de jongen zelf te jagen en voor zichzelf te zorgen.

De Buffel

Eens was de buffel een populaire trofee voor jagers. Dit grote en vaak gevaarlijke dier is in die verbeelding blijven hangen. De buffels hebben een slechte reputatie door jagers en andere mensen gekregen. Zij zijn onvoorspelbaar en zijn gevaarlijk wanneer in het nauw gedreven of wanneer ze gewond zijn. Hoewel ze bekend staan om mensen van uit het niets aan te vallen en ze van weloverwogen wreedheid beschuldigd zijn, zijn zij gewoonlijk vreedzaam indien ze met rust gelaten worden.
Er is slechts één soort buffel in Afrika. Maar deze enige soort heeft twee verschillende types: de grote savannebuffel en de veel kleinere dwerg bosbuffels. Er zijn ook verscheidene middentypes. De buffels die in de bossen van Kenia en Tanzania worden gevonden zijn het savannetype en niet de ware bosbuffels, die slechts in West-Afrika voorkomen.
De savanne buffels zijn grote, als koeien uitziende dieren. Zij variëren niet alleen in grootte, maar ook in de vormen van hun hoornen en kleur. De volwassenen zijn gewoonlijk donkergrijs of zwart (of zelfs rood of wit als zij in modder een bad hebben genomen) en de jonge buffels zijn ook vaak roodbruin. De kleinere bosbuffel houdt de rode kleur als volwassene. Wanneer buffels ouder worden verliezen ze haar.
Zowel de mannelijke als vrouwelijke buffels hebben zware geribbelde hoorns die rechtstreeks uit hun schedel naar beneden en weer met een kromming omhoog groeien. De hoorns zijn formidabele wapens tegen roofdieren en voor het creëren van ruimte binnen de kudde. De mannetjes gebruiken de hoorns in hun strijd voor de rangorde binnen de groep.
De buffels kunnen in kudden van een paar honderd leven, maar zijn bekent om het met duizenden bij elkaar komen tijdens het regenachtige seizoen in de Serengeti. De kuddes bestaan vooral uit wijfjes en hun nakomelingen. De mannetjes brengen veel van hun tijd door in groepen met alleen vrijgezellen. Deze groepen bestaan uit twee types, mannetjes van 4 tot 7 jaar oud en mannetjes van 12 jaar en ouder. De oudere stieren kiezen vaak om alleen te zijn en zijn het meest gevaarlijk. De mannetjes bereiken ongeveer hun volledig gewicht op de leeftijd van 10 jaar. Hierna daalt hun lichaamsgewicht omdat hun tanden versleten zijn.
De wijfjes hebben hun eerste kalf op een leeftijd van 4 of 5. Zij kalveren gewoonlijk slechts eenmaal om de twee jaar. De jongen worden het hele jaar door geboren. Toch komen de meeste geboorten in het regenachtige seizoen voor wanneer het overvloedige gras het voedingsniveau voor de wijfjes verbetert. Het wijfje en haar jong hebben een ongebruikelijk intense en lange zoogtijd. De kalveren worden een jaar gezoogd en de jongen zijn dan volledig afhankelijk van hun moeder. De vrouwelijke jongen blijven gewoonlijk in de kudde waar ze geboren zijn. Jonge mannetjes gaan weg wanneer zij ongeveer 4 jaar oud zijn.

De Zwarte Neushoorn

In de oertijd waren er 165 verschillende soorten neushoorns, nu zijn er nog
5 soorten in de wereld, waarvan er 2 soorten voorkomen in Afrika. De witte en de zwarte neushoorn.
Het belangrijkste verschil tussen de witte en de zwarte neushoorn is de vorm van hun mond. De witte neushoorn heeft een brede mond terwijl de zwarte een veel smallere mond heeft.
De benaming witte neushoorn berust eigenlijk op een misverstand. Omdat deze een brede mond heeft noemden de Engelsen hem een "Wide" Rino maar dit is door de oud-nederlands sprekende mensen verbasterd naar "Witte" Rino. De witte neushoorn is minder argressief dan de zwarte neushoorn.
De tegenhanger van de witte neushoorn is de zwarte neushoorn maar deze naam is dus ook niet goed gekozen. Hij is namelijk niet zwart, maar donkergrijs. Zijn andere naam is beter: de puntlipneushoorn.  Hij is een typische bladereneter, vandaar dat zijn bovenlip iets verlengd is, zodat hij zijn voedsel gemakkelijk kan plukken. Zoals bij alle Afrikaanse neushoorns is zijn voorste hoorn het grootst. Een lengte van 1.20 meter mag dan een uitzondering zijn, de 60 cm haalt hij altijd wel.  De hoorn staat iets achterovergebogen.
De puntlipneushoorn, met een schouderhoogte van 1.70 meter, zijn lengte van drie en een kwart meter en zijn anderhalve ton aan gewicht is moeilijk anders te beoordelen dan als een plompe, zwaarlijvige reus. Toch is hij maar een dwerg vergeleken met zijn neef, de breedlipneushoorn.

De nederlandse naam neushoorn komt natuurlijk van de 2 horens op zijn neus. Deze horens zijn veluitgroeisels zoals haren. De voorste hoorn is groter dan de tweede. De neushoorn ziet niet goed maar kan goed horen en ruiken. Bij warm weer gaat hij in de modder liggen om af te koelen. Het dieet van de neushoorn is gras en zijn gevreesde vijand is de leeuw.
Ooit was de zwarte neushoorn in grote getale vertegenwoordigd op de vlaktes van de Serengeti, maar hun hoorns waren zo gewild dat er veel gestroopt werd, hierdoor is het aantal neushoorns op de Serengeti drastisch teruggelopen en worden beschermd door bewapende rangers in de wildparken.
Nu is de jacht op de neushoorn officieel verboden, maar er zijn nog altijd stropers die dit dieren doden enkel en alleen voor zijn hoorns.