Even iets uit de geschiedenis:
Dit verhaal vertelt dat Valentijnsdag voort komt uit een feest dat in het Romeinse rijk gehouden werd ter ere van de vruchtbaarheidsgodin Februa of Juno.
Dit feest heet Lupercalia en vindt plaats op 15 februari.
De Lupercalia komt echter ook al voor in de Griekse mythologie.
Daarin vereren priesters in februari de god Pan. Pan is als volwassene geboren, met horens, baard, bokkenpoten en een staart.
Hij is de god van het vee en de herders. De Romeinen nemen Pan over als hun god Faunus, die ook wel Lupercus wordt genoemd. Lupercus is een demonengod die een wolvin als een vrouw (genaamd Luperca) heeft.
Volgens de overlevering heeft Luperca Remus en Romulus opgevoed, de stichters en bouwers van de oude stad Rome. In februari gaan de priesters die Lupercus aanbidden de straat op. Slechts gekleed in bokkenhuiden slaan zij de vrouwen met riemen van bokkenleer. Dit zou de vruchtbaarheid bevorderen. Ook is er op dit feest een soort loterij. Geslachtsrijpe jongens en meisjes moeten een lootje trekken en horen gedurende het feest bij elkaar. Om te feesten, maar vooral om hun maagdelijkheid te verliezen. De grotten van Romulus en Remus zijn hierom berucht.