Bij de afsluitende afdalingstraining in Sotsji kwam Rok Perko zwaar ten val. De Sloveen, die met startnummer één de oefensessie opende, wachtte lange tijd vergeefs op hulp en zag zijn bloed in de sneeuw verdwijnen. Hevig scheldend kwam hij daarna beneden.
Perko sloeg bij een sprong over de kop, verdraaide zijn knie en bleef op de piste liggen. Toen er niemand op kwam dagen, raapte hij zichzelf bij elkaar en ging hij met gebroken neus en een aantal gebroken tanden naar beneden.
De Sloveense bond tekende protest aan en denkt aan een aanklacht. De Skifederatie beloofde beterschap in de organisatie. Een gewonde skiër die op de piste blijft liggen zonder directe hulp is een ‘doodzonde’ in de sport.