Wanneer Jeopardy gedaan is, begint voor de 3 overblijvers dit spel, dat gebaseerd is op een bestaand bordspel dat op zijn beurt gebaseerd is op de fabel van de haas en de schildpad.
In dit spel doen er naast de haas en de schilpad nog drie andere dieren mee aan een race: de wolf, het lammetje of de vos. Jullie gaan wedden op de dieren en ze zelf ook mee vooruit helpen.
Voorbereiding1) Het eerste dier waarop jullie wedden, wordt random bepaald. Elke speler krijgt nl willekeurig één van de 5 dieren toegekend. Dat is het eerste dier waarop je wedt. Elke speler heeft een ander dier en niemand weet wie welk dier heeft.
2) Het spel bestaat o.a. uit 81 racekaarten, nl: 18 haaskaarten, 17 schildpadkaarten, 16 wolfkaarten, 15 voskaarten 15 lamkaarten. Deze worden geschud en ieder krijgt 7 kaarten. Uit die 7 kaarten kies je een tweede dier waar je op wil wedden. Dit mag ook hetzelfde dier zijn als het dier dat je in puntje 1 al toegekend kreeg. Ook hier weet niemand wie welk dier gekozen heeft.
3) De startspeler is degene met de meeste rankingpunten. Vervolgens degene met de 2e meeste ranking punten en als derde degene met de minste ranking punten. Het gaat hier om de rankingpunten na Jeopardy.
Het spelDit is het parcours dat de dieren zullen lopen. Elke tegel is één plaats en er zijn 11 tegels.
De startspeler begint door enkele kaarten te posten en zo gaan we steeds rond, tot er een bepaald aantal kaarten gespeeld is, die de start van de race triggeren.
De beurt van een spelerAls een speler aan de beurt is mag hij 1 tot 4 kaarten posten. Op alle kaarten die je in je beurt speelt moeten dezelfde dieren staan.
Let op: het is toegestaan om dierkaarten te spelen van een dier dat al over de finish is. Zo kan je bvb kaarten uit je hand opruimen om nieuwe te krijgen.Daarna vul je je kaarten aan tot je er weer 6 hebt (= lees ik stuur ze via pm).
Als aan het einde van je beurt aan één van de volgende 2 voorwaarden voldaan wordt, start de race!
- Er liggen in totaal exact 8 kaarten op tafel (niet meer, niet minder)
- Er liggen van een bepaalde diersoort exact 4 kaarten op tafel (niet meer, niet minder)
Let op: het is dus nooit toegestaan om meer dan 9 kaarten op tafel te leggen of meer dan 4 kaarten van één dier neer te leggen. Bvb: er liggen al 7 kaarten: dan mag jij niet 2 kaarten spelen, want dan zouden er 9 liggen. Je mag dus maar 1 kaart spelen in dit geval. Of bvb: er liggen 3 haaskaarten, dan mag jij er niet 2 haaskaarten bijleggen, omdat er niet meer dan 4 per dier mogen liggen. Je kan dus maar één haaskaart neerleggen.De race start!Tijdens deze fase worden de dieren verplaatst afhankelijk van de kaarten die de spelers hebben gepost. Elk dier beweegt op een specifieke manier én altijd in deze volgorde:
1 t/m 4 kaarten = 2 tegelsBij 1 t/m 4 haaskaarten, gaat de haas 2 tegels vooruit.
1e plaats + 4 kaarten = 0 tegelsMAAR als er 4 haaskaarten liggen en de haas staat op de 1e plaats (zelfs al is het in een gelijke stand met een ander dier), dan gaat ie eerst een dutje doen. Hij beweegt dan helemaal niet! Deze regel geldt uiteraard niet wanneer ze allemaal nog gelijk aan de start staan.
0 t/m 3 kaarten = 1 tegelBij 0 t/m 3 schildpadkaarten, gaat de schildpad 1 tegel vooruit. Dus ook als er geen kaarten voor gespeeld zijn.
4 kaarten = 2 tegelsMAAR bij 4 schildpadkaarten, gaat de schildpad 2 tegels vooruit.
1 t/m 2 kaarten = 1 tegelBij 1 tot 2 wolfkaarten, gaat de wolf 1 tegel vooruit.
3 t/m 4 kaarten = x-1Bij 3 tot 4 wolfkaarten, gaat de wolf het aantal kaarten vooruit (x),
min 1. Dus bij 3 -> 2 tegels en bij 4 -> 3 tegels.
Bij de wolfkaarten zitten echter ook 3 kaarten met een huil symbool erop:
Als minstens één huilkaart gespeeld wordt, zal enkel de wolf vooruit lopen in de race fase. De andere dieren zijn nl verstijfd van angst door de huil van de wolf.
Let op: Ook wanneer de wolf al bij de finish is, kan zijn huilkaart nog gespeeld worden om de dieren te laten verstijven van angst.
1 t/m 4 kaarten = xDe vos gaat zoveel tegels vooruit als het aantal kaarten dat er liggen (x).
1 t/m 4 kaarten = x+1Het lammetje gaat zoveel tegels vooruit als het aantal kaarten dat er liggen (x), plus 1.
STOP bij waterMaar als het lammetje op een tegel komt met een rivier erop, dan stopt het daar om te drinken.
