Verhaal 6:
Lang geleden, op twee Canadese eilanden, probeerden twee stammen een barre winter te overleven. Elke week kwam er een schip langs. Eilandbewoner W., betrad ’s nachts stiekem het schip om de voedselvoorraad te beroven. Met succes, dus de volgende nacht herhaalde hij zijn actie, en ook de derde nacht, maar toen werd hij gesnapt door de kapitein. W. biechtte alles op. De kapitein sprak: “Driemaal is scheepsrecht!” Hij nam W. gevangen, maar daar bleef het niet bij. Als straf zou hij elke week één overlever uitkiezen en als matroos in dienst nemen. Het schip meerde dan aan op een eiland en de bewoners daarvan moesten iemand uit hun midden laten gaan.
En zo geschiedde. De eerste drie slachtoffers van de kapitein waren afkomstig van hetzelfde eiland, namelijk M., G. en Bjorrn. Bjorrn was een stoere, dappere kerel met een zwak voor vrouwen die niet over zich heen lieten praten. Het werk op het schip kon hij goed aan, maar verveelde wel. Bjorrn miste gezelligheid, vrienden, liefde… Met M. en G. ging hij niet veel om. M. was een zuur persoon, omdat hij de domme pech had als eerste door de kapitein te zijn meegenomen, en G. liet nooit iets van zich horen. Bjorrn werkte maar stug door, in de hoop dat de kapitein spoedig een leuker persoon mee zou nemen.
Het vierde slachtoffer kwam van het andere eiland. Een vrouw dit keer, eentje vol pit. Ze heette Loenev en was niet op haar mondje gevallen. Ze at liever vis dan vlees, omdat ze het niet zo op runderen had, vooral niet op schapen en geiten. Dat kwam goed uit, want het schip vervoerde verse zalmfilet. Loenev moest de kapitein gezelschap houden. Hoe zeer ze ook tegenstribbelde, ze had geen keus. Loenev werd doodongelukkig, hopeloos en depressief. Ze zag het niet meer zitten. Ze had één lichtpuntje: het feit dat ze elke dag zalm mocht eten. Maar op den duur kreeg ze ook daar genoeg van. Het zag er niet goed voor haar uit…
Loenevs droefheid was Bjorrn opgevallen. Loenev was Bjorrn sowieso al opgevallen: hij had een oogje op haar, al vanaf het begin dat zij de boot had betreden. Loenev was een knappe meid – al durfde ze zich niet aan alle vreemden van het schip te laten zien – die wel haar mannetje stond. Tegenover de kapitein was ze echter machteloos. Bjorrn had medelijden en wilde Loenev redden uit haar nood om wat leven in zijn brouwerij te brengen. De kapitein verbleef echter altijd in zijn scheepskamer… Behalve als het schip voor anker lag!
Toen dat het geval was, stapte Bjorrn de kajuit in. Hij bevrijdde Loenev, die spontaan uitkraamde: “wil je met me trouwen?!” Bjorrn wilde niets liever. De twee beleefden een spannende tijd tot plots de kapitein voor hun neus stond. Het koppel vluchtte weg, sprong in een roeiboot en zette het op een peddelen. Dwars door de ijszee, Bjorrns dramatische levenseinde à la Leonardo DiCaprio tegemoet… Loenev werd opgepikt door een helikopter, maar stierf in liefdesverdriet.