De regelsDe 9 deelnemers zijn als kaarten geschud en het spel begint met het random van de kaartenstapel trekken van 1 deelnemer door Moriarty. Dat is wie hij/zij is dit spel.
Het bordEr ligt een 3x3 grid van straten, dat is het speelbord. Op elke kruising staat een Z4P-deelnemer. De speler die de rol van Sherlock heeft staat aan de rand van het bord, evenals detective Robbie en Detective JW. De drie detectives lopen rond het bord en kijken soms de straten in om te zien of ze Moriarty spotten. Detectives kunnen niet door muren heenkijken, maar wel langs andere deelnemers.
De oriëntatie van straten kan veranderen en spelers verdwijnen van het bord als duidelijk is dat ze niet Moriarty zijn.
Een ronde"Wie is Moriarty" wordt gespeeld in maximaal 8 rondes. In de oneven rondes is Sherlock Holmes de startspeler, in de even rondes is dat Moriarty.
Elke oneven ronde worden 4 fiches random op de ene of andere zijde gelegd. De 4 fiches met voor- en achterkant zijn:
en
Detective JW en Detective Robbie en
Detective "Sherlock" (hier even Niels voor gebruikt) en Kaart en
Joker (wederom Niels gebruikt) en Draai en
Draai en WisselDe startspeler kiest 1 actiefiche en voert die actie uit. Daarna kiest de andere speler twee actiefiches en voert deze uit en dan is het laatste actiefiche weer voor de startspeler.
Elke even ronde worden alle fiches omgedraaid en elke nieuwe oneven ronde worden de fiches opnieuw random bepaald.
Einde van een rondeAan het eind van elke ronde krijgt Sherlock Holmes de vraag of Moriarty zichtbaar is. Hij is zichtbaar als een van de detectives in een rechte lijn de straat kan inkijken en het karakter dat Moriarty is ziet. Als geen van de drie detectives Moriarty kan zien, dan is hij niet zichtbaar.
Vervolgens worden de tegels omgedraaid van de verdachten die het niet meer kunnen zijn (krijgen wel dezelfde oriëntatie). In twee gevallen (dit is vooraf bepaald) is het omgedraaide fiche een kruispunt.
Als Moriarty niet zichtbaar is krijgt hij een zandloper.
De fichesDetective => De detective die je speelt móet 1 óf 2 stappen met de klok mee rond het bord lopen.
Joker (alle drie detectives) =>
- Als Sherlock deze speelt: Hij móet 1 detective 1 stap met de klok mee rond het bord zetten.
- Als Moriarty deze speelt: Hij mág 1 detective 1 stap met de klok mee rond het bord zetten.
Draai => Je móet 1 tegel draaien, dat mag 90, 180 of 270 graden. Als er kruispunten op het veld liggen mag je die níet draaien.
Wissel => Je móet twee tegels omwisselen, deze blijven qua oriëntatie gelijk. Dit mogen niet dezelfde tegels zijn. De hoofden die er nog op staan wisselen mee.
Kaart =>
- Als Sherlock deze speelt: Hij trekt een kaart van de stapel en weet dat dit niet Moriarty is. Wanneer de tegel nog niet is omgedraaid, kan hij deze omdraaien.
- Als Moriarty deze speelt: Hij trekt een kaart van de stapel en krijgt het aantal zandlopers dat deze kaart bevat. Dit kan 0 (2 kaarten), 1 (6 kaarten) of 2 (1 kaart) zandlopers zijn.
Einde van het spelSherlock Holmes wint wanneer er nog maar 1 tegel met een verdachte op het bord ligt. Dan weet hij zeker wie Moriarty is.
Moriarty wint wanneer hij 6 zandlopers heeft verzameld, of wanneer na 8 rondes Sherlock niet gewonnen heeft (er zijn nog 2 of meer verdachten zichtbaar).
ZPDe winnaar krijgt 2ZP, de verliezer 0.