Nog een lange uit mijn werkmilieu.
In de zomer werken we dus met studenten die de telefoons aannemen. Niet altijd eenvoudig werken voor die studenten, en zeker niet als ik humeurig ben.
We verdelen de oproepen over technische en medische dossiers. Op een avond was ik verantwoordelijk voor een tiental studenten op de technische dienst. Ik had net een nieuwe werkmethode georganiseerd die de studenten niet zo graag hadden, dus ik stond nogal bazig te controleren of iedereen wel werkte.
Plotseling gaat er een telefoon rinkelen die helemaal niet moest rinkelen. Blijkt het een studente te zijn op de medische dienst die een oproep wil doorverbinden naar de technische dienst. Ze wist niet dat ik, de verantwoordelijke, die telefoon aannam.
Ze zegt: "'t is voor jullie ..."
ik: "hoe, wat ? Geef eens wat meer uitleg".
Zij: "ja zeg, 't is voor een technisch dossier en dat doen jullie".
Goed, ik neem die klant over en die klant begint direct over een chauffeur te praten. Maar vervangchauffeurs zetten wij alleen in als de bestuurder ziek of gewond is, en dat is natuurlijk medisch. De klant moest dus helemaal niet op de technische dienst zijn.
Goed, ik vraag de klant even geduld en storm naar de medische dienst. In de deuropening roep ik "wie heeft met dat telefoontje over die chauffeur doorgegeven ?" Beverig gaat er een vingertje in de lucht.
Ik storm op haar af en zeg: 'Het gaat over een chauffeur, dossiers met chauffeur is altijd medisch, dus je krijgt die klant terug en je lost het hier op.' Ik noteer haar telefoonnummer, loop terug en verbind de klant weer met haar door.
Einde verhaal voor mij, dacht ik ...
Wat ik zo gauw niet gezien had, was dat op de medische dienst, naast de verantwoordelijke er ook 2 chefs rondliepen, onze directeur en de personeelsdirecteur. En ze zijn allemaal aan dat studentje gaan zeggen na mij: 'ja, chauffeurs dat is altijd medisch'. Het kind werd dus overstelpt door oversten met 'goede raad'.
En ja hoor, even later ziet mijn chef dat studentje snikkend in een hoekje. Hij er naar toe. 'Het is die met zijn baard' snikt ze. Mijn chef was even niet mee en kijkt verbaasd naar onze directeur die ook een baard heeft. Maar na nog een paar woorden, blijk ik de stouterik te zijn.
Kortom, die dag kreeg ik de reputatie de studentjes te doen huilen.
Maar nog is het verhaal niet gedaan. Een flink uur later zie ik mijn chef in de technische dossiers rommelen en zelf met een klant praten. In principe is dat niet zijn werk, dus ik vraag hem daarna wat hij deed.
Het antwoord: Wel, je weet dat incident rond die chauffeur van daarstraks ? Heel uitzonderlijk hebben wij gisteren toegestaan dat er voor een technisch dossier toch een chauffeur zou ingezet worden. De studente had gelijk om het door te geven naar jullie dienst en de klant is woest want hij werd van het kastje naar de muur gestuurd.'