Uit de VanDale:
ge·meen (bn.)
1 bedoeld om iem. te benadelen of te kwellen => beneden alle peil, boos, boosaardig, fielterig, krengerig, kwaadaardig, kwaadwillig, laag, laaghartig, lelijk, malicieus, min, onedel, ploerterig, ploertig, schofterig, schurftig, schurkachtig, smerig, snood, vilein, vuig, vuil
toemaar...
* Nemesis doet niet mee aan dit soort stellingnames